H2087 זָדוֹן
Driestheid, trotsheid, trotse, hovaardig, overmoed, hovaardigheid, in overmoed, hovaardij

Bijbelteksten

Deuteronomium 17:12De man nu, die trotselijk handelen zal, dat hij niet hore naar den priester, dewelke staat, om aldaar den HEERE, uw God, te dienen, of naar den rechter, dezelve man zal sterven; en gij zult het boze uit Israel wegdoen.
Deuteronomium 18:22Wanneer die profeet in den Naam des HEEREN zal hebben gesproken, en dat woord geschiedt niet, en komt niet; dat is het woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; door trotsheid heeft die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen.
1 Samuel 17:28Als Eliab, zijn grootste broeder, hem tot die mannen hoorde spreken, zo ontstak de toorn van Eliab tegen David, en hij zeide: Waarom zijt gij nu afgekomen, en onder wien hebt gij de weinige schapen in de woestijn gelaten? Ik ken uw vermetelheid, en de boosheid uws harten wel; want gij zijt afgekomen, opdat gij den strijd zaagt.
Spreuken 11:2Als de hovaardigheid komt, zal de schande ook komen; maar met de ootmoedigen is wijsheid.
Spreuken 13:10Door hovaardigheid maakt men niet dan gekijf; maar bij de beradenen is wijsheid.
Spreuken 21:24Die een hovaardig pocher is, zijn naam is spotter; hij gaat met hovaardige verbolgenheid te werk.
Jeremia 49:16Uw schrikkelijkheid heeft u bedrogen, [en] de trotsheid uws harten, gij, die woont in de kloven der steenrotsen, die u houdt op de hoogte der heuvelen! Al zoudt gij uw nest [zo] hoog maken als de arend, zo zal Ik u van daar nederstoten, spreekt de HEERE.
Jeremia 50:31Ziet, Ik [wil] aan u, gij trotse! spreekt de HEERE, de HEERE der heirscharen; want uw dag is gekomen, de tijd, dat Ik u bezoeken zal.
Jeremia 50:32Dan zal de trotse aanstoten en vallen, en er zal niemand zijn, die hem opricht; ja, Ik zal een vuur aansteken in zijn steden, dat zal alle plaatsen rondom hem verteren.
Ezechiel 7:10Ziet, de dag, ziet, [de morgenstond] is gekomen, de morgenstond is voortgekomen, de roede heeft gebloeid, de hovaardij heeft gegroend.
Obadja 1:3De trotsheid uws harten heeft u bedrogen; hij, die daar woont in de kloven der steenrotsen, [in] zijn hoge woning; die in zijn hart zegt: Wie zou mij ter aarde nederstoten?

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel