H2128 זִיף
Zif

Bijbelteksten

Jozua 15:24Zif, en Telem, en Bealoth,
Jozua 15:55Maon, Karmel, en Zif, en Juta,
1 Samuel 23:14David nu bleef in de woestijn in de vestingen, en hij bleef op den berg in de woestijn Zif; en Saul zocht hem alle dagen, doch God gaf hem niet over in zijn hand.
1 Samuel 23:15Als David zag, dat Saul uitgetogen was, om zijn ziel te zoeken, zo was David in de woestijn Zif in een woud.
1 Samuel 23:24Toen maakten zij zich op, en zij gingen naar Zif voor het aangezicht van Saul. David nu en zijn mannen waren in de woestijn van Maon, in het vlakke veld, aan de rechterhand der wildernis.
1 Samuel 26:2Toen maakte zich Saul op, en toog af naar de woestijn Zif, en met hem drie duizend man, uitgelezenen van Israel, om David te zoeken in de woestijn Zif.
1 Kronieken 2:42De kinderen van Kaleb nu, den broeder van Jerahmeel, zijn Mesa, zijn eerstgeborene (die is de vader van Zif), en de kinderen van Maresa, den vader van Hebron.
1 Kronieken 4:16En de kinderen van Jehalelel waren Zif en Zifa, Thirea en Asareel.
2 Kronieken 11:8En Gath, en Maresa, en Zif,

Mede mogelijk dankzij

Hadderech