H2181 זָנָה
overspeling nalopen, hoereren, hoer, ontucht plegen, hoerenloon, nahoereren, hoerachtig
Ezechiel 23:3 | Dezen hoereerden in Egypte; in haar jeugd hoereerden zij; daar werden haar borsten gedrukt, en daar werden de tepelen haars maagdoms betast. |
Ezechiel 23:5 | Ohola nu hoereerde, zijnde onder Mij; en zij werd verliefd op haar boelen, op de Assyriers, die nabij waren; |
Ezechiel 23:19 | Doch zij vermenigvuldigde haar hoererijen, gedenkende aan de dagen van haar jeugd, als zij gehoereerd had in het land van Egypte. |
Ezechiel 23:30 | Deze dingen zal men u doen, dewijl gij de heidenen nagehoereerd hebt, [en] omdat gij u met hun drekgoden verontreinigd hebt. |
Ezechiel 23:43 | Toen zeide Ik van deze, die [van] overspelerijen verouderd was: Nu zullen zij hoereren de hoererijen dezer [hoer], en die [ook]. |
Ezechiel 23:44 | En men ging tot haar in, gelijk men ingaat tot een vrouw, die een hoer is; alzo gingen zij in tot Ohola en tot Oholiba, die schandelijke vrouwen. |
Hosea 1:2 | Het begin van het woord des HEEREN door Hosea. De HEERE dan zeide tot Hosea: Ga henen, neem u een vrouw der hoererijen, en kinderen der hoererijen; want het land hoereert ganselijk van achter den HEERE. |
Hosea 2:4 | Want hunlieder moeder hoereert, die henlieden ontvangen heeft, handelt schandelijk; want zij zegt: Ik zal mijn boelen nagaan, die [mij] mijn brood en mijn water, mijn wol en mijn vlas, mijn olie en mijn drank geven. |
Hosea 3:3 | En ik zeide tot haar: Gij zult vele dagen na mij blijven zitten (gij zult niet hoereren, noch een [anderen] man geworden), en ik ook na u. |
Hosea 4:10 | En zij zullen eten, maar niet zat worden, zullen hoereren, maar niet uitbreken [in menigte]; want zij hebben nagelaten den HEERE in acht te nemen. |
Hosea 4:12 | Mijn volk vraagt zijn hout, en zijn stok zal het hem bekend maken; want de geest der hoererijen verleidt hen, dat zij van onder hun God weghoereren. |
Hosea 4:13 | Op de hoogten der bergen offeren zij, en op de heuvelen roken zij, onder een eik, en populier, en iepeboom, omdat derzelver schaduw goed is; daarom hoereren uw dochteren, en uw bruiden bedrijven overspel. |
Hosea 4:14 | Ik zal over uw dochteren geen bezoeking doen, omdat zij hoereren, en over uw bruiden, omdat zij overspel doen; want zij zelven scheiden zich af met de hoeren, en offeren met de snoodste hoeren; het volk dan, [dat] geen verstand heeft zal omgekeerd worden. |
Hosea 4:15 | Zo gij, o Israël! wilt hoereren, dat [immers] Juda niet schuldig worde; komt gij toch niet te Gilgal, en gaat niet op naar Beth-aven, en zweert niet: [Zo waarachtig als] de HEERE leeft. |
Hosea 4:18 | Hunlieder zuiperij is afvallig; zij doen niet dan hoereren; hun schilden (het is een schande!) beminnen [het woord]: Geeft. |
Hosea 5:3 | Ik ken Efraim, en Israël is voor Mij niet verborgen; dat gij, o Efraim! nu hoereert, [en] Israël verontreinigd is. |
Hosea 9:1 | Verblijd u niet, o Israël! tot opspringens toe, gelijk de volken; want gij hoereert van uw God af; gij hebt hoerenloon lief, op alle dorsvloeren des korens. |
Joel 3:3 | En hebben het lot over Mijn volk geworpen en een knechtje gegeven om een hoer, en een meisje verkocht om wijn, dat zij mochten drinken. |
Amos 7:17 | Daarom zegt de HEERE alzo: Uw vrouw zal in de stad hoereren, en uw zonen en uw dochteren zullen door het zwaard vallen, en uw land zal door het snoer uitgedeeld worden; en gij zult in een onrein land sterven, en Israel zal voorzeker uit zijn land gevankelijk worden weggevoerd. |
Micha 1:7 | En al haar gesneden beelden zullen vermorzeld worden, en al haar hoerenbeloningen zullen met vuur verbrand worden, en al haar afgoden zal Ik stellen tot een woestheid; want zij heeft ze van hoerenloon vergaderd, en zij zullen tot hoerenloon wederkeren. |