H2449 חָכַם
wijsheid, wijselijk, onwijs, wijzer, beleid met -, wijs, volleerd, onderwijzen, ervaren
Exodus 1:10 | Komt aan, laat ons wijselijk tegen hetzelve handelen, opdat het niet vermenigvuldige, en het geschiede, als er enige krijg voorvalt, dat het zich ook niet vervoege tot onze vijanden, en tegen ons strijde, en uit het land optrekke. |
Deuteronomium 32:29 | O, dat zij wijs waren; zij zouden dit vernemen, zij zouden op hun einde merken. |
1 Koningen 4:31 | Ja, hij was wijzer dan alle mensen; dan Ethan, de Ezrahiet, en Heman, en Chalcol, en Darda, de zonen van Mahol; en zijn naam was onder alle heidenen rondom. |
Job 32:9 | De groten zijn niet wijs, en de ouden verstaan het recht [niet]. |
Job 35:11 | Die ons geleerder maakt dan de beesten der aarde, en ons wijzer maakt dan het gevogelte des hemels? |
Psalm 19:8 | De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende. |
Psalm 58:6 | Opdat zij niet hore naar de stem der belezers, desgenen, die ervaren is met bezweringen om te gaan. |
Psalm 105:22 | Om zijn vorsten te binden naar zijn lust, en zijn oudsten te onderwijzen. |
Psalm 119:98 | Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij. |
Spreuken 6:6 | Ga tot de mier, gij luiaard! zie haar wegen, en word wijs; |
Spreuken 8:33 | Hoort de tucht, en wordt wijs, en verwerpt [die] niet. |
Spreuken 9:9 | Leer den wijze, zo zal hij nog wijzer worden; onderwijs den rechtvaardige, zo zal hij in leer toenemen. |
Spreuken 9:12 | Indien gij wijs zijt, gij zijt wijs voor uzelven; en zijt gij een spotter, gij zult het alleen dragen. |
Spreuken 13:20 | Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden. |
Spreuken 19:20 | Hoor raad, en ontvang tucht, opdat gij in uw laatste wijs zijt. |
Spreuken 20:1 | De wijn is een spotter, de sterke drank is woelachtig; al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn. |
Spreuken 21:11 | Als men den spotter straft, wordt de slechte wijs; en als men den wijze onderricht, neemt hij wetenschap aan. |
Spreuken 23:15 | Mijn zoon! zo uw hart wijs is, mijn hart zal blijde zijn, ja, ik. |
Spreuken 23:19 | Hoor gij, mijn zoon! en word wijs, en richt uw hart op den weg. |
Spreuken 27:11 | Zijt wijs, mijn zoon, en verblijd mijn hart; opdat ik mijn smader wat te antwoorden heb. |