H2455 חֹל
gewoon, ongewijd, onheilig, niet heilig, gemeen
Leviticus 10:10 | En om onderscheid te maken tussen het heilige en tussen het onheilige, en tussen het onreine en tussen het reine; |
1 Samuel 21:4 | En de priester antwoordde David, en zeide: Er is geen gemeen brood onder mijn hand; maar er is heilig brood, wanneer zich de jongelingen slechts van de vrouwen onthouden hebben. |
1 Samuel 21:5 | David nu antwoordde den priester, en zeide tot hem: Ja trouwens, de vrouwen zijn ons onthouden geweest gisteren en eergisteren, toen ik uitging, en de vaten der jongelingen zijn heilig; en het is enigerwijze gemeen [brood], te meer dewijl heden [ander] in de vaten zal geheiligd worden. |
Ezechiel 22:26 | Haar priesters doen Mijn wet geweld aan, en zij ontheiligen Mijn heilige dingen; tussen het heilige en het onheilige maken zij geen onderscheid, en [het verschil] tussen het onreine en reine geven zij niet te kennen; daartoe verbergen zij hun ogen van Mijn sabbatten; ja, Ik word in het midden van hen ontheiligd. |
Ezechiel 42:20 | Hij mat het aan de vier zijden; het had een muur rondom henen, de lengte was vijfhonderd [rieten], en de breedte vijfhonderd, om onderscheid te maken tussen het heilige en onheilige. |
Ezechiel 44:23 | En zij zullen Mijn volk [onderscheid] leren tussen het heilige en onheilige, en hun bekend maken [het onderscheid] tussen het onreine en reine. |
Ezechiel 48:15 | Maar de vijf duizend, dat [is] hetgeen overgelaten is in de breedte, voor aan de vijf en twintig duizend, dat zal onheilig zijn, voor de stad, tot bewoning en tot voorsteden; en de stad zal in het midden daarvan zijn. |