H2491 חָלָל
verslagenen, vellen, doden, verslaan, dodelijk, verwonden (zn), vermoord, verslagen, gedoden
1 Samuel 31:1 | De Filistijnen dan streden tegen Israël; en de mannen Israëls vloden voor het aangezicht der Filistijnen, en vielen verslagen op het gebergte Gilboa. |
1 Samuel 31:8 | Het geschiedde nu des anderen daags, als de Filistijnen kwamen, om de verslagenen te plunderen, zo vonden zij Saul en zijn drie zonen, liggende op het gebergte Gilboa. |
2 Samuel 1:19 | O Sieraad van Israel, op uw hoogten is hij verslagen; hoe zijn de helden gevallen! |
2 Samuel 1:22 | Van het bloed der verslagenen, van het vette der helden, werd Jonathans boog niet achterwaarts gedreven; en Sauls zwaard keerde niet ledig weder. |
2 Samuel 1:25 | Hoe zijn de helden gevallen in het midden van den strijd! Jonathan is verslagen op uw hoogten! |
2 Samuel 23:8 | Dit zijn de namen der helden, die David gehad heeft: Joscheb Baschebeth, [de zoon van] Tachkemoni, de voornaamste der hoofdlieden. Deze was Adino, de Ezniet, [die zich stelde] tegen achthonderd, die [van hem] verslagen werden op eenmaal. |
2 Samuel 23:18 | Abisai, Joabs broeder, de zoon van Zeruja, die was ook een hoofd van drieen; en die hief zijn spies op tegen driehonderd, die [van hem] verslagen werden; en hij had een naam onder die drie. |
1 Koningen 11:15 | Want het was geschied, als David in Edom was, toen Joab, de krijgsoverste, optoog, om de verslagenen te begraven, dat hij al wat mannelijk was in Edom sloeg; |
1 Kronieken 5:22 | Want er vielen vele verwonden, dewijl de strijd van God was; en zij woonden in hun plaats, totdat zij gevankelijk weggevoerd werden. |
1 Kronieken 10:1 | En de Filistijnen streden tegen Israel, en de mannen van Israel vloden voor het aangezicht der Filistijnen, en zij vielen verslagen op het gebergte Gilboa. |
1 Kronieken 10:8 | Het geschiedde nu des anderen daags, als de Filistijnen kwamen om de verslagenen te plunderen, zo vonden zij Saul en zijn zonen, liggende op het gebergte Gilboa. |
1 Kronieken 11:11 | Dezen nu zijn van het getal der helden, die David had: Jasobam, de zoon van Hachmoni, was het hoofd der dertigen, die zijn spies tegen driehonderd opheffende, hen op eenmaal versloeg. |
2 Kronieken 13:17 | Abia dan, en zijn volk, sloeg hen met een groten slag; want uit Israel vielen verslagen vijfhonderd duizend uitgelezen mannen. |
Job 24:12 | Uit de stad zuchten de lieden, en de ziel der verwonden schreeuwt uit; nochtans beschikt God niets ongerijmds. |
Job 39:33 | Ook zuipen zijn jongen bloed; en waar verslagenen zijn, daar is hij. |
Psalm 69:27 | Want zij vervolgen, dien Gij geslagen hebt; en maken een praat van de smart Uwer verwonden. |
Psalm 88:6 | Afgezonderd onder de doden, gelijk de verslagenen, die in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en zij zijn afgesneden van Uw hand. |
Psalm 89:11 | Gij hebt Rahab verbrijzeld als een verslagene; Gij hebt Uw vijanden verstrooid met den arm Uwer sterkte. |
Spreuken 7:26 | Want zij heeft veel gewonden nedergeveld, en al haar gedoden zijn machtig vele. |
Jesaja 22:2 | Gij, die vol van groot gedruis waart, gij woelige stad, gij, vrolijk huppelende stad! Uw verslagenen zijn niet verslagen met het zwaard, noch gestorven in den strijd. |