Genesis 35:11 | Voorts zeide God tot hem: Ik ben God de Almachtige! wees vruchtbaar, en vermenigvuldig! Een volk, ja, een hoop der volken zal uit u worden, en koningen zullen uit uw lenden voortkomen. |
1 Koningen 8:19 | Evenwel gij zult dat huis niet bouwen; maar uw zoon, die uit uw lendenen voortkomen zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen. |
2 Kronieken 6:9 | Evenwel, gij zult dat huis niet bouwen, maar uw zoon, die uit uw lenden voortkomen zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen. |
Job 31:20 | Zo zijn lenden mij niet gezegend hebben, toen hij van de vellen mijner lammeren verwarmd werd; |
Job 38:3 | Gord nu, als een man, uw lenden, zo zal Ik u vragen, en onderricht Mij. |
Job 40:2 | Gord nu als een man uw lenden; Ik zal u vragen, en onderricht Mij. |
Jesaja 5:27 | Geen moede, en geen struikelende zal onder hen wezen; niemand zal sluimeren noch slapen, noch de gordel zijner lendenen ontbonden worden, noch de schoenriem zijner schoenen afgescheurd worden. |
Jesaja 11:5 | Want gerechtigheid zal de gordel Zijner lendenen zijn; ook zal de waarheid de gordel Zijner lendenen zijn. |
Jesaja 32:11 | Beeft, gij geruste [vrouwen;] weest beroerd, [dochters,] die zo zeker zijt; trekt u uit, en ontbloot u, en gordt [zakken] om uw lendenen. |
Jeremia 30:6 | Vraagt toch en ziet, of een manspersoon baart? Waarom zie Ik [dan] eens iegelijken mans handen op zijn lenden, als van een barende [vrouw], en alle aangezichten veranderd in bleekheid? |