H2563 חֹמֶר
slijk, hopen, zegelleem, leem, lemen, schuimende vloed
Jeremia 18:6 | Zal Ik ulieden niet kunnen doen, gelijk deze pottenbakker, o huis Israels? spreekt de HEERE; ziet, gelijk leem in de hand des pottenbakkers, alzo zijt gijlieden in Mijn hand, o huis Israels! |
Ezechiel 45:11 | Een efa en een bath zullen van enerlei mate zijn, dat een bath het tiende deel van een homer houde; ook een efa het tiende deel van een homer; de mate daarvan zal zijn naar den homer. |
Ezechiel 45:13 | Dit is het hefoffer, dat gijlieden offeren zult: het zesde deel van een efa van een homer tarwe; ook zult gij het zesde deel van een efa geven van een homer gerst. |
Ezechiel 45:14 | Aangaande de inzetting van olie, van een bath olie; [gij zult offeren] het tiende deel van een bath uit een kor, [hetwelk] is een homer van tien bath, want tien bath zijn een homer. |
Hosea 3:2 | En ik kocht ze mij voor vijftien zilverlingen, en een homer gerst, en een halven homer gerst. |
Nahum 3:14 | Schep u water ter belegering; versterk uw vastigheden; ga in de klei, en treed in het leem; verbeter den ticheloven. |
Habakuk 3:15 | Gij betradt [met] Uw paarden de zee; de geweldige wateren werden een hoop. |