Job 8:13 | Alzo zijn de paden van allen, die God vergeten; en de verwachting des huichelaars zal vergaan. |
Job 13:16 | Ook zal Hij mij tot zaligheid zijn; maar een huichelaar zal voor Zijn aangezicht niet komen. |
Job 15:34 | Want de vergadering der huichelaren wordt eenzaam, en het vuur verteert de tenten der geschenken. |
Job 17:8 | De oprechten zullen hierover verbaasd zijn, en de onschuldige zal zich tegen den huichelaar opmaken; |
Job 20:5 | Dat het gejuich de goddelozen van nabij geweest is, en de vreugde des huichelaars voor een ogenblik? |
Job 27:8 | Want wat is de verwachting des huichelaars, als hij zal gierig geweest zijn, wanneer God zijn ziel zal uittrekken? |
Job 34:30 | Opdat de huichelachtige mens niet [meer] regere, [en] geen strikken des volks zijn. |
Job 36:13 | En die met het hart huichelachtig zijn, leggen toorn op; zij roepen niet, als Hij hen gebonden heeft. |
Psalm 35:16 | Onder de huichelende spotachtige tafelbroeders knersten zij over mij met hun tanden. |
Spreuken 11:9 | De huichelaar verderft zijn naaste door den mond; maar door wetenschap worden de rechtvaardigen bevrijd. |
Jesaja 9:16 | Daarom zal zich de Heere niet verblijden over hun jongelingen, en hunner wezen en hunner weduwen zal Hij zich niet ontfermen, want zij zijn allen te zamen huichelaars en boosdoeners, en alle mond spreekt dwaasheid. Om dit alles keert Zijn toorn zich niet af, maar Zijn hand is nog uitgestrekt. |
Jesaja 10:6 | Ik zal hem zenden tegen een huichelachtig volk, en Ik zal hem bevel geven tegen het volk Mijner verbolgenheid; opdat hij den roof rove, en plundere de plundering, en stelle het ter vertreding, gelijk het slijk der straten. |
Jesaja 33:14 | De zondaren te Sion zijn verschrikt; beving heeft de huichelaren aangegrepen; [zij zeggen:] Wie is er onder ons, die bij een verterend vuur wonen kan? Wie is er onder ons, die bij een eeuwigen gloed wonen kan? |