Genesis 46:21 | En de zonen van Benjamin: Bela, Becher en Asbel, Gera en Naaman, Echi en Ros, Muppim en Huppim, en Ard. |
1 Kronieken 7:12 | Daartoe Suppim en Huppim waren kinderen van Ir, [en] Husim, kinderen van Aher. |
1 Kronieken 7:15 | Machir nu nam tot een vrouw de zuster van Huppim en Suppim, en haar naam was Maacha; en de naam des tweeden was Zelafead. Zelafead nu had dochters. |