H2654 חָפֵץ
behagen hebben, willen, behagen, (een) welgevallen hebben, lusten, lust hebben
Esther 6:9 | En men zal dat kleed en dat paard geven in de hand van een uit de vorsten des konings, van de grootste heren, en men zal het dien man aantrekken, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft; en men zal hem op dat paard doen rijden door de straten der stad, en men zal voor hem roepen: Alzo zal men dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft! |
Esther 6:11 | En Haman nam dat kleed en dat paard, en trok het kleed Mordechai aan, en deed hem rijden door de straten der stad, en hij riep voor hem: Alzo zal men dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft! |
Job 9:3 | Zo Hij lust heeft, om met hem te twisten, niet een uit duizend zal hij Hem beantwoorden. |
Job 13:3 | Maar ik zal tot den Almachtige spreken, en ben belust [mij] te verdedigen voor God. |
Job 21:14 | Nochtans zeggen zij tot God: Wijk van ons, want aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust. |
Job 33:32 | Zo er redenen zijn, antwoord mij; spreek, want ik heb lust u te rechtvaardigen. |
Job 40:12 | Als het hem lust, zijn staart is als een ceder; de zenuwen zijner schaamte zijn doorvlochten. |
Psalm 18:20 | En Hij voerde mij uit in de ruimte, Hij rukte mij uit, want Hij had lust aan mij. |
Psalm 22:9 | Hij heeft [het] op den HEERE gewenteld, dat Hij hem [nu] uithelpe, dat Hij hem redde, dewijl Hij lust aan hem heeft! |
Psalm 37:23 | [Mem.] De gangen [deszelven] mans worden van den HEERE bevestigd; en Hij heeft lust aan zijn weg. |
Psalm 40:7 | Gij hebt geen lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij de oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geeist. |
Psalm 40:9 | Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands. |
Psalm 41:12 | Hierbij weet ik, dat Gij lust aan mij hebt, dat mijn vijand over mij niet zal juichen. |
Psalm 51:8 | Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend. |
Psalm 51:18 | Want Gij hebt geen lust tot offerande, anders zou ik ze geven; in brandofferen hebt Gij geen behagen. |
Psalm 51:21 | Dan zult Gij lust hebben aan de offeranden der gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt; dan zullen zij varren offeren op Uw altaar. |
Psalm 68:31 | Scheld het wild gedierte des riets, de vergadering der stieren met de kalveren der volken; [en] dien, die zich onderwerpt met stukken zilvers; Hij heeft de volken verstrooid, [die] lust hebben in oorlogen. |
Psalm 73:25 | Wien heb ik [nevens U] in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde! |
Psalm 109:17 | Dewijl hij den vloek heeft liefgehad, dat die hem overkome, en geen lust gehad heeft tot den zegen, zo zij die verre van hem. |
Psalm 112:1 | Hallelujah! [Aleph.] Welgelukzalig is de man, die den HEERE vreest; [Beth.] die groten lust heeft in Zijn geboden. |