H2864 חָתַר
een gat maken, doorgraven, graven, roeien, breken, binnendringen
Job 24:16 | In de duisternis doorgraaft hij de huizen, [die] zij zich des daags afgetekend hadden; zij kennen het licht niet. |
Ezechiel 8:8 | En Hij zeide tot mij: Mensenkind, graaf nu in dien wand. En ik groef in dien wand, en ziet, daar was een deur. |
Ezechiel 12:5 | Doorgraaf u den wand voor hun ogen, en breng daardoor [uw gereedschap] uit. |
Ezechiel 12:7 | En ik deed alzo, gelijk als mij bevolen was; ik bracht mijn gereedschap uit bij dag, als het gereedschap dergenen, die vertrekken; daarna in den avond doorgroef ik mij den wand met de hand; ik bracht het uit in donker, [en] ik droeg het op den schouder voor hun ogen. |
Ezechiel 12:12 | En de vorst, die in het midden van hen is, zal [het gereedschap] op den schouder dragen in donker, en hij zal uitgaan; zij zullen door den wand graven, om [hem] daardoor uit te brengen; hij zal zijn aangezicht bedekken, opdat hij met het oog de aarde niet zie. |
Amos 9:2 | Al groeven zij [tot] in de hel, zo zal Mijn hand ze van daar halen, en al klommen zij in den hemel, zo zal Ik ze van daar doen nederdalen. |
Jona 1:13 | Maar de mannen roeiden, om [het schip] weder te brengen aan het droge, doch zij konden niet; want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger tegen hen. |