Spreuken 22:11 | Die de reinheid des harten liefheeft, wiens lippen aangenaam zijn, diens vriend is de koning. |
Habakuk 1:13 | Gij zijt te rein van ogen, dan dat Gij het kwade zoudt zien, en de kwelling kunt Gij niet aanschouwen; waarom zoudt Gij aanschouwen die trouwelooslijk handelen? [Waarom] zoudt Gij zwijgen, als de goddeloze dien verslindt, die rechtvaardiger is dan hij? |