H2896 טוֹב
goed, aangenaam, welzijn, voorspoed, geluk

Bijbelteksten

Spreuken 25:7Want het is beter, dat men tot u zegge: Kom hier bovenaan, dan dat men u vernedere voor het aangezicht eens prinsen, dien uw ogen gezien hebben.
Spreuken 25:24Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap.
Spreuken 25:25Een goede tijding uit een ver land is als koud water op een vermoeide ziel.
Spreuken 25:27Veel honigs te eten is niet goed; maar de onderzoeking van de heerlijkheid van zulke dingen is eer.
Spreuken 27:5Openbare bestraffing is beter dan verborgene liefde.
Spreuken 27:10Verlaat uw vriend, noch den vriend uws vaders niet; en ga ten huize uws broeders niet op den dag van uw tegenspoed. Beter is een gebuur die nabij is, dan een broeder, die verre is.
Spreuken 28:6De arme, wandelende in zijn oprechtheid, is beter, dan die verkeerd is van wegen, al is hij rijk.
Spreuken 28:10Die de oprechten doet dwalen op een kwaden weg, zal zelf in zijn gracht vallen; maar de vromen zullen het goede beerven.
Spreuken 28:21De aangezichten te kennen, is niet goed; want een man zal om een stuk broods overtreden.
Spreuken 31:12[Gimel.] Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens.
Spreuken 31:18[Teth.] Zij smaakt, dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit.
Prediker 2:1Ik zeide in mijn hart: Nu, welaan, ik zal u beproeven door vreugde; derhalve zie het goede aan; maar zie, ook dat was ijdelheid.
Prediker 2:3Ik heb in mijn hart nagespeurd, om mijn vlees op te houden in den wijn, (nochtans leidende mijn hart in wijsheid) en om de dwaasheid vast te houden, totdat ik zou zien wat den kinderen der mensen het best ware, dat zij doen zouden onder den hemel, [gedurende] het getal der dagen huns levens.
Prediker 2:24Is het [dan] niet goed voor den mens, dat hij ete en drinke, en dat hij zijn ziel het goede doe genieten in zijn arbeid? Ik heb ook gezien, dat zulks van de hand Gods is.
Prediker 2:26Want Hij geeft wijsheid, en wetenschap, en vreugde den mens, die goed is voor Zijn aangezicht; maar den zondaar geeft Hij bezigheid om te verzamelen en te vergaderen, opdat hij het geve dien, die goed is voor Gods aangezicht. Dit is ook ijdelheid en kwelling des geestes.
Prediker 3:12Ik heb gemerkt, dat er niets beters voor henlieden is, dan zich te verblijden, en goed te doen in zijn leven.
Prediker 3:13Ja ook, dat ieder mens ete en drinke, en het goede geniete van al zijn arbeid, [Dit] is een gave Gods.
Prediker 3:22Dies ik gezien heb, dat er niets beters is, dan dat de mens zich verblijde in zijn werken, want dat is zijn deel; want wie zal hem daarhenen brengen, dat hij ziet, hetgeen na hem geschieden zal?
Prediker 4:3Ja, hij is beter dan die beiden, die nog niet geweest is, die niet gezien heeft het boze werk, dat onder de zon geschiedt.
Prediker 4:6Een hand vol [met] rust is beter, dan beide de vuisten vol [met] arbeid en kwelling des geestes.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken