H2934 טָמַן
lay privily, secret, laid, hide
Spreuken 26:15 | De luiaard verbergt zijn hand in den boezem, hij is te moede, om die weder tot zijn mond te brengen. |
Jesaja 2:10 | Ga in den rotssteen, en verberg u in het stof, vanwege den schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid Zijner majesteit. |
Jeremia 13:4 | Neem den gordel, dien gij gekocht hebt, die aan uw lenden is, en maak u op, [en] ga henen naar den Frath, en versteek dien aldaar in de klove ener steenrots. |
Jeremia 13:5 | Zo ging ik henen, en verstak dien bij den Frath, gelijk als de HEERE mij geboden had. |
Jeremia 13:6 | Het geschiedde nu ten einde van vele dagen, dat de HEERE tot mij zeide: Maak u op, ga henen naar den Frath, en neem den gordel van daar, dien Ik u geboden heb aldaar te versteken. |
Jeremia 13:7 | Zo ging ik naar den Frath, en groef, en nam den gordel van de plaats, alwaar ik dien verstoken had; en ziet, de gordel was verdorven en deugde nergens toe. |
Jeremia 18:22 | Laat er een geschrei uit hun huizen gehoord worden, wanneer Gij haastelijk een bende over hen zult brengen; dewijl zij een kuil gegraven hebben om mij te vangen, en strikken verborgen voor mijn voeten. |
Jeremia 43:9 | Neem grote stenen in uw hand, en verberg ze in de klei in den ticheloven, die bij de deur van Farao's huis te Tachpanhes is, voor de ogen der Joodse mannen; |
Jeremia 43:10 | En zeg tot hen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal henenzenden, en Nebukadrezar, den koning van Babel, Mijn knecht, halen, en Ik zal zijn troon zetten boven op deze stenen, die Ik verborgen heb; en hij zal zijn schone tent daarover spannen. |