H3368 יָקָר
heerlijk, dierbaar, kostelijk, edelgesteente, pracht, bezonnen, kostbaar

Bijbelteksten

Psalm 45:10Dochters van koningen zijn onder Uw kostelijke [staatsdochteren]; de Koningin staat aan Uw rechterhand, in het fijnste goud van Ofir.
Psalm 116:15Kostelijk is in de ogen des HEEREN de dood Zijner gunstgenoten.
Spreuken 1:13Alle kostelijk goed zullen wij vinden, onze huizen zullen wij met roof vullen.
Spreuken 3:15Zij is kostelijker dan robijnen; en al wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken.
Spreuken 6:26Want door een vrouw, [die] een hoer is, komt men tot een stuk broods; en eens mans huisvrouw jaagt de kostelijke ziel.
Spreuken 12:27Een bedrieger zal zijn jachtvang niet braden; maar het kostelijk goed des mensen is des vlijtigen.
Spreuken 24:4En door wetenschap worden de binnenkameren vervuld met alle kostelijk en liefelijk goed.
Prediker 10:1Een dode vlieg doet de zalf des apothekers stinken [en] opwellen; [alzo] een weinig dwaasheid een [man], die kostelijk is van wijsheid [en] van eer.
Jesaja 28:16Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik leg een grondsteen in Sion, een beproefden steen, een kostelijken hoeksteen, die wel vast gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet haasten.
Jeremia 15:19Daarom zegt de HEERE alzo: Zo gij zult wederkeren, zo zal Ik u doen wederkeren; gij zult voor Mijn aangezicht staan; en zo gij het kostelijke van het snode uittrekt, zult gij als Mijn mond zijn; laat hen tot u wederkeren, maar gij zult tot hen niet wederkeren.
Klaagliederen 4:2[Beth.] De kostelijke kinderen Sions, tegen fijn goud geschat, hoe zijn zij [nu] gelijk gerekend aan de aarden flessen, het werk van de handen eens pottenbakkers!
Ezechiel 27:22De kooplieden van Scheba en Raema waren uw kooplieden; met alle hoofdspecerij, en met alle kostelijk gesteente en goud, handelden zij [op] uw markten.
Ezechiel 28:13Gij waart in Eden, Gods hof; alle kostelijk gesteente was uw deksel, sardisstenen, topazen en diamanten, turkooizen, sardonixstenen en jaspisstenen, saffieren, robijnen, en smaragden, en goud; het werk uwer trommelen en uwer pijpen was bij u; ten dage als gij geschapen werdt, waren zij bereid.
Daniel 11:38En hij zal den god Mauzzim in zijn standplaats eren; namelijk den god, welken zijn vaders niet gekend hebben, zal hij eren met goud, en met zilver, en met kostelijk gesteente, en met gewenste dingen.
Zacharia 14:6En het zal te dien dage geschieden, dat er niet zal zijn het kostelijke licht, en de dikke duisternis.

Mede mogelijk dankzij