1 Kronieken 7:3 | En de kinderen van Uzzi waren Jizrahja; en de kinderen van Jizrahja waren Michael, en Obadja, en Joel, [en] Jisia; deze vijf waren al te zamen hoofden. |
1 Kronieken 12:6 | Elkana, en Jissia, en Azareel, en Joezer, en Jasobam, de Korahieten; |
1 Kronieken 23:20 | Aangaande de kinderen van Uzziel: Micha was het hoofd, en Jissia de tweede. |
1 Kronieken 24:21 | Aangaande Rehabja: van de kinderen van Rehabja was Jissia het hoofd. |
1 Kronieken 24:25 | De broeder van Micha was Jissia; van de kinderen van Jissia was Zecharja. |
Ezra 10:31 | En van de kinderen van Harim: Eliezer, Jissia, Malchia, Semaja, Simeon, |