H3511 כְּאֵב
smart, harteleed, pijn, weedom
Job 2:13 | Alzo zaten zij met hem op de aarde, zeven dagen en zeven nachten; en niemand sprak tot hem een woord, want zij zagen, dat de smart zeer groot was. |
Job 16:6 | Zo ik spreek, mijn smart wordt niet ingehouden; en houd ik op, wat gaat er van mij weg? |
Psalm 39:3 | Ik was verstomd [door] stilzwijgen, ik zweeg van het goede; maar mijn smart werd verzwaard. |
Jesaja 17:11 | Ten dage, als gij ze zult geplant hebben, zult gij [die] doen wassen, en in den morgenstond zult gij uw zaad doen bloeien; [doch] het zal maar een hoop van het gemaaide zijn, in den dag der krankheid en der pijnlijke smart. |
Jesaja 65:14 | Ziet, Mijn knechten zullen juichen van goeder harte, maar gijlieden zult schreeuwen van weedom des harten, en van verbreking des geestes zult gij huilen. |
Jeremia 15:18 | Waarom is mijn pijn steeds durende, en mijn plage smartelijk? Zij weigert geheeld te worden; zoudt Gij mij ganselijk zijn als een leugenachtige, [als] wateren, [die] niet bestendig zijn? |