H3581 כֹּחַ
dier (onrein), hagedis, reptiel, krachtig, bekwaamheid, krachteloos, kracht, vermogen, opbrengst, in
2 Kronieken 22:9 | Daarna zocht hij Ahazia, en zij kregen hem (want hij was verstoken in Samaria), en zij brachten hem tot Jehu, en zij doodden hem, en begroeven hem; want zij zeiden: Hij is de zoon van Josafat, die den HEERE met zijn ganse hart gezocht heeft. Zo had het huis van Ahazia niemand, die kracht behield tot het koninkrijk. |
2 Kronieken 25:8 | Maar zo gij gaat, doe het, wees sterk ten strijde; God zal u doen vallen voor den vijand; want in God is kracht, om te helpen en om te doen vallen. |
2 Kronieken 26:13 | En onder hun hand was een krijgsheir van driehonderd zeven duizend en vijfhonderd, die met strijdbare kracht zich ten oorlog oefenden, om den koning tegen den vijand te helpen. |
Ezra 2:69 | Zij gaven naar hun vermogen tot den schat des werks, aan goud, een en zestig duizend drachmen, en aan zilver, vijf duizend ponden, en honderd priesterrokken. |
Ezra 10:13 | Maar des volks is veel, en het is een tijd van plasregen, dat men hier buiten niet staan kan; en het is geen werk van een dag noch van twee; want velen onzer hebben overtreden in deze zaak. |
Nehemia 1:10 | Zij zijn toch Uw knechten en Uw volk, dat Gij verlost hebt door Uw grote kracht en door Uw sterke hand. |
Nehemia 4:10 | Toen zeide Juda: De kracht der dragers is vervallen, en des stofs is veel, zodat wij aan den muur niet zullen kunnen bouwen. |
Job 3:17 | Daar houden de bozen op van beroering, en daar rusten de vermoeiden van kracht; |
Job 6:11 | Wat is mijn kracht, dat ik hopen zou? Of welk is mijn einde, dat ik mijn leven verlengen zou? |
Job 6:12 | Is mijn kracht stenen kracht? Is mijn vlees staal? |
Job 6:22 | Heb ik gezegd: Brengt mij, en geeft geschenken voor mij van uw vermogen? |
Job 9:4 | Hij is wijs van hart, en sterk van kracht; wie heeft zich tegen Hem verhard, en vrede gehad? |
Job 9:19 | Zo het aan de kracht [komt], zie, Hij is sterk; en zo het aan het recht [komt], wie zal mij dagvaarden? |
Job 23:6 | Zou Hij naar de grootheid [Zijner] macht met mij twisten? Neen; maar Hij zou acht op mij slaan. |
Job 24:22 | Ook trekt hij de machtigen door zijn kracht; staat hij op, zo is men des levens niet zeker. |
Job 26:2 | Hoe hebt gij geholpen dien, die zonder kracht is, [en] behouden den arm, [die] zonder sterkte is? |
Job 26:12 | Door Zijn kracht klieft Hij de zee, en door Zijn verstand verslaat Hij [haar] verheffing. |
Job 30:2 | Waartoe zou mij ook geweest zijn de krachten hunner handen? Zij was [door] ouderdom in hen vergaan. |
Job 30:18 | Door de veelheid der kracht is mijn kleed veranderd; Hij omgordt mij als de kraag mijns roks. |
Job 31:39 | Zo ik zijn vermogen gegeten heb zonder geld, en de ziel zijner akkerlieden heb doen hijgen; |