H3644 כְּמוֹ
als, alzo, als u zelven, volgens, aldus, gelijk jij/gij, gelijken, desgelijks, zoals, zulk

Bijbelteksten

Psalm 88:6Afgezonderd onder de doden, gelijk de verslagenen, die in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en zij zijn afgesneden van Uw hand.
Psalm 89:9O HEERE, God der heirscharen! wie is als Gij, grootmachtig, o HEERE! en Uw getrouwheid is rondom U.
Psalm 89:47Hoe lang, o HEERE! zult Gij U steeds verbergen, zal Uw grimmigheid branden als een vuur?
Psalm 90:9Want al onze dagen gaan henen door Uw verbolgenheid; wij brengen onze jaren door als een gedachte.
Psalm 92:8Dat de goddelozen groeien als het kruid, en al de werkers der ongerechtigheid bloeien, opdat zij tot in der eeuwigheid verdelgd worden.
Psalm 115:8Dat die hen maken hun gelijk worden, [en] al wie op hen vertrouwt.
Psalm 135:18Dat die ze maken, hun gelijk worden, [en] al wie op hen vertrouwt.
Psalm 140:4Zij scherpen hun tong, als een slang; heet addervergift is onder hun lippen. Sela.
Psalm 141:7Onze beenderen zijn verstrooid aan den mond des grafs, gelijk of iemand op de aarde [iets] gekloofd en verdeeld had.
Spreuken 23:7Want gelijk hij bedacht heeft in zijn ziel, alzo zal hij tot u zeggen: Eet en drink! maar zijn hart is niet met u;
Hooglied 6:10Wie is zij, die er uitziet als de dageraad, schoon, gelijk de maan, zuiver als de zon, schrikkelijk als [slagorden] met banieren?
Hooglied 7:1Hoe schoon zijn uw gangen in de schoenen, gij prinsendochter! de omdraaiingen uwer heupen zijn als kostelijke ketens, zijnde het werk van de handen eens kunstenaars.
Jesaja 14:10Die altegader zullen antwoorden, en tot u zeggen: Gij zijt ook krank geworden, gelijk wij, gij zijt ons gelijk geworden.
Jesaja 26:17Gelijk een bevruchte vrouw, als zij nadert tot het baren, smarten heeft, en schreeuwt in haar weeen, alzo zijn wij geweest, o HEERE! vanwege Uw aangezicht.
Jesaja 26:18Wij waren bevrucht, wij hadden de smarten, [maar] wij hebben [niet] dan wind gebaard; wij deden het land geen behoudenis aan, en de inwoners der wereld vielen niet neder.
Jesaja 30:22En gijlieden zult voor onrein houden het deksel uwer zilveren gesneden beelden, en het overtreksel uwer gouden gegoten beelden; gij zult ze wegwerpen gelijk een maanstondig kleed, en tot elk van die zeggen: Henen uit!
Jesaja 38:19De levende, de levende, die zal U loven, gelijk ik heden [doe]; de vader zal den kinderen Uw waarheid bekend maken.
Jesaja 41:25Ik verwek [een] van het noorden, en hij zal opkomen van den opgang der zon; hij zal Mijn Naam aanroepen; en hij zal komen [over] de overheden als [over] leem, en gelijk een pottenbakker het slijk treedt.
Jesaja 44:7En wie zal, gelijk als Ik, roepen en het verkondigen, en het ordentelijk voor Mij stellen, sedert dat Ik een eeuwig volk gesteld heb? en laat ze de toekomstige dingen, en die komen zullen, hun verkondigen.
Jesaja 46:9Gedenkt der vorige dingen van oude tijden af, dat Ik God ben, en er is geen God meer, en er is niet gelijk Ik;

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel