Job 21:12 | Zij heffen op met de trommel en de harp, en zij verblijden zich op het geluid des orgels. |
Job 30:31 | Hierom is mijn harp tot een rouwklage geworden, en mijn orgel tot een stem der wenenden. |
Psalm 33:2 | Looft den HEERE met de harp; psalmzingt Hem met de luit [en] het tiensnarig instrument. |
Psalm 43:4 | En dat ik inga tot Gods altaar, tot den God der blijdschap mijner verheuging, en U met de harp love, o God, mijn God! |
Psalm 49:5 | Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk; ik zal mijn verborgene rede openen op de harp. |
Psalm 57:9 | Waak op, mijn eer! waak op, gij, luit en harp! ik zal in den dageraad opwaken. |
Psalm 71:22 | Ook zal ik U loven met het instrument der luit, Uw trouw, mijn God; ik zal U psalmzingen met de harp, o Heilige Israels! |
Psalm 81:3 | Heft een psalm op, en geeft de trommel; de liefelijke harp met de luit. |
Psalm 92:4 | Op het tiensnarig instrument en op de luit, met een voorbedacht lied op de harp. |
Psalm 98:5 | Psalmzingt den HEERE met de harp, met de harp en met de stem des gezangs, |
Psalm 108:3 | Waak op, gij luit en harp! ik zal in den dageraad opwaken. |
Psalm 137:2 | Wij hebben onze harpen gehangen aan de wilgen, die daarin zijn. |
Psalm 147:7 | Zingt den HEERE bij beurte met dankzegging; psalmzingt onzen God op de harp. |
Psalm 149:3 | Dat zij Zijn Naam loven op de fluit; dat zij Hem psalmzingen op de trommel en harp. |
Psalm 150:3 | Looft Hem met geklank der bazuin; looft Hem met de luit en met de harp! |
Jesaja 5:12 | En harpen en luiten, trommelen en pijpen, en wijn zijn [in] hun maaltijden; maar zij aanschouwen het werk des HEEREN niet, en zij zien niet op het maaksel Zijner handen. |
Jesaja 16:11 | Daarom rommelt mijn ingewand over Moab, als een harp, en mijn binnenste over Kir-heres. |
Jesaja 23:16 | Neem de harp, ga in de stad rondom, gij vergeten hoer! speel wel, zing veel liederen, opdat uwer gedacht worde! |
Jesaja 24:8 | De vreugde der trommelen rust; het geluid der vrolijk huppelenden houdt op, de vreugde der harp rust. |
Jesaja 30:32 | En alwaar die gegrondveste staf doorgegaan zal zijn (op welken de HEERE dien zal hebben doen rusten), [daar] zal men met trommelen en harpen zijn; want met bewegende bestrijdingen zal Hij tegen hen strijden. |