H3754 כֶּרֶם
wijnberg, Abel Keramim, wijnstokken, wijnberg(en), wijngaard, olijfgaarden, Abel-keramim
Nehemia 5:5 | Nu is toch ons vlees als het vlees onzer broederen, onze kinderen zijn als hun kinderen; en ziet, wij onderwerpen onze zonen en onze dochteren tot dienstknechten; ja, er zijn enige van onze dochteren onderworpen, dat zij in de macht onzer handen niet zijn; en anderen hebben onze akkers en onze wijngaarden. |
Nehemia 5:11 | Geeft hun toch als heden weder hun akkers, hun wijngaarden, hun olijfgaarden en hun huizen; en het honderdste [deel] van het geld, en van het koren, den most en de olie, die gij hun hebt afgevorderd. |
Nehemia 9:25 | En zij hebben vaste steden en een vet land ingenomen, en erfelijk bezeten, huizen, vol van alle goed, uitgehouwen bornputten, wijngaarden, olijfgaarden en bomen van spijze, in menigte; en zij hebben gegeten, en zijn zat en vet geworden, en hebben in wellust geleefd, door Uw grote goedigheid. |
Job 24:6 | Op het veld maaien zij zijn voeder, en den wijnberg des goddelozen lezen zij af. |
Job 24:18 | Hij is licht op het vlakke der wateren; vervloekt is hun deel op de aarde; hij wendt zich niet tot den weg der wijngaarden. |
Psalm 107:37 | En bezaaien akkers, en planten wijngaarden, die inkomende vrucht voortbrengen. |
Spreuken 24:30 | Ik ging voorbij den akker eens luiaards, en voorbij den wijngaard van een verstandeloos mens; |
Spreuken 31:16 | [Zain.] Zij denkt om een akker, en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een wijngaard. |
Prediker 2:4 | Ik maakte mij grote werken, ik bouwde mij huizen, ik plantte mij wijngaarden. |
Hooglied 1:6 | Ziet mij niet aan, dat ik zwartachtig ben, omdat mij de zon heeft beschenen; de kinderen mijner moeder waren tegen mij ontstoken; zij hebben mij gezet tot een hoederin der wijngaarden. Mijn wijngaard, dien ik heb, heb ik niet gehoed. |
Hooglied 1:14 | Mijn Liefste is mij een tros van Cyprus, in de wijngaarden van En-gedi. |
Hooglied 2:15 | Vangt gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, want onze wijngaarden [hebben] jonge druifjes. |
Hooglied 7:12 | Laat ons vroeg ons opmaken naar de wijnbergen, laat ons zien, of de wijnstok bloeit, de jonge druifjes zich opendoen, de granaatappelbomen uitbotten; daar zal ik U mijn uitnemende liefde geven. |
Hooglied 8:11 | Salomo had een wijngaard, te Baal-hamon; hij gaf dezen wijngaard aan de hoeders, een ieder bracht voor deszelfs vrucht duizend zilverlingen. |
Hooglied 8:12 | Mijn wijngaard, dien ik heb, is voor mijn aangezicht; de duizend [zilverlingen] zijn voor u, o Salomo! maar tweehonderd zijn voor de hoeders van deszelfs vrucht. |
Jesaja 1:8 | En de dochter van Sion is overgebleven als een hutje in den wijngaard, als een nachthutje in den komkommerhof, als een belegerde stad. |
Jesaja 3:14 | De HEERE komt ten gerichte tegen de oudsten Zijns volks en deszelfs vorsten, want gijlieden hebt dezen wijngaard verteerd; de roof des ellendigen is in uwe huizen. |
Jesaja 5:1 | Nu zal ik mijn Beminde een lied mijns Liefsten zingen van Zijn wijngaard; Mijn Beminde heeft een wijngaard op een vetten heuvel. |
Jesaja 5:3 | Nu dan, gij inwoners van Jeruzalem, en gij mannen van Juda, oordeelt toch tussen Mij en tussen Mijn wijngaard. |
Jesaja 5:4 | Wat is er meer te doen aan Mijn wijngaard, hetwelk Ik aan hem niet gedaan heb? Waarom heb Ik verwacht, dat hij [goede] druiven voortbrengen zou, en hij heeft stinkende druiven voortgebracht? |