H3761 כַּרְמְלִי
Karmeliet

Bijbelteksten

1 Samuel 30:5Davids beide vrouwen waren ook gevankelijk weggevoerd, Ahinoam, de Jizreelietische, en Abigail, de huisvrouw van Nabal, den Karmeliet.
2 Samuel 2:2Alzo toog David derwaarts op, als ook zijn twee vrouwen, Ahinoam, de Jizreelietische, en Abigail, de huisvrouw van Nabal, den Karmeliet.
2 Samuel 3:3En zijn tweede was Chileab, van Abigail, de huisvrouw van Nabal, den Karmeliet; en de derde, Absalom, de zoon van Maacha, de dochter van Thalmai, koning van Gesur;
2 Samuel 23:35Hezrai, de Karmeliet; Paerai, de Arbiet;
1 Kronieken 11:37Hezro, de Karmeliet; Naari, de zoon van Ezbai;

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen