Exodus 23:13 | In alles, wat Ik tot ulieden gezegd heb, zult gij op uw hoede zijn; en den naam van andere goden zult gij niet gedenken; uit uw mond zal hij niet gehoord worden! |
Exodus 23:15 | Het feest van de ongezuurde [broden] zult gij houden; zeven dagen zult gij ongezuurde [broden] eten (gelijk Ik u geboden heb), ter bestemder tijd in de maand Abib, want in dezelve zijt gij uit Egypte getogen; doch men zal niet ledig voor Mijn aangezicht verschijnen. |
Exodus 23:18 | Gij zult het bloed Mijns offers met geen gedesemde [broden] offeren; ook zal het vette Mijns feestes tot op den morgen niet vernachten. |
Exodus 23:19 | De eerstelingen der eerste vruchten uws lands zult gij in het huis des HEEREN uws Gods brengen. Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner moeder. |
Exodus 23:21 | Hoedt u voor Zijn aangezicht, en weest Zijner stem gehoorzaam, en verbittert Hem niet; want Hij zal ulieder overtredingen niet vergeven; want Mijn Naam is in het binnenste van Hem. |
Exodus 23:24 | Gij zult u voor hun goden niet buigen, noch hen dienen; ook zult gij naar hun werken niet doen; maar gij zult ze geheel afbreken, en hun opgerichte beelden ganselijk vermorzelen. |
Exodus 23:26 | Er zal geen misdrachtige, noch onvruchtbare in uw land zijn; Ik zal het getal uwer dagen vervullen. |
Exodus 23:29 | Ik zal hen in een jaar van uw aangezicht niet uitstoten, opdat het land niet woest worde, en het wild gedierte boven u niet vermenigvuldigd worde. |
Exodus 23:32 | Gij zult met hen, noch met hun goden, een verbond maken. |
Exodus 23:33 | Zij zullen in uw land niet wonen, opdat zij u tegen Mij niet doen zondigen; indien gij hun goden dient, het zal u voorzeker tot een valstrik zijn. |
Exodus 24:2 | En dat Mozes alleen zich nadere tot den HEERE, maar dat zij niet naderen; en het volk klimme ook niet op met hem. |
Exodus 24:11 | Doch Hij strekte Zijn hand niet tot de afgezonderden van de kinderen Israels; maar zij aten en dronken, nadat zij God gezien hadden. |
Exodus 25:15 | De draagbomen zullen in de ringen der ark zijn; zij zullen er niet uitgetogen worden. |
Exodus 28:28 | En zij zullen den borstlap met zijn ringen aan de ringen van den efod opwaarts binden, met een hemelsblauw snoer, dat hij op den kunstelijken riem van den efod zij; en de borstlap zal van den efod niet afgescheiden worden. |
Exodus 28:32 | En het hoofdgat deszelven zal in het midden daarvan zijn; dit gat zal een boord rondom hebben van geweven werk; als het gat eens pantsiers zal het daaraan zijn, dat het niet gescheurd worde. |
Exodus 28:35 | En Aaron zal denzelven aanhebben, om te dienen; opdat zijn geluid gehoord worde, als hij in het heilige, voor het aangezicht des HEEREN, ingaat, en als hij uitgaat, opdat hij niet sterve. |
Exodus 28:43 | Aaron nu en zijn zonen zullen die aanhebben, als zij in de tent der samenkomst gaan, of als zij tot het altaar treden zullen, om in het heilige te dienen; opdat zij geen ongerechtigheid dragen en sterven. [Dit] zal een eeuwige inzetting zijn, voor hem, en zijn zaad na hem. |
Exodus 29:33 | En zij zullen die dingen eten, met welke de verzoening zal gedaan zijn, om hun hand te vullen, [en] om hen te heiligen; maar een vreemde zal ze niet eten, want ze zijn heilig. |
Exodus 29:34 | En indien er [wat] overblijven zal van het vlees der vulofferen, of van dit brood, tot aan den morgen, zo zult gij het overgeblevene met vuur verbranden; het zal niet gegeten worden, want het is heilig. |
Exodus 30:9 | Gij zult geen vreemd reukwerk op hetzelve aansteken, noch brandoffer, noch spijsoffer; gij zult ook geen drankoffer daarop gieten. |