H3816 לְאֹם
volkeren, lieden, onderdanen, volk, natien

Bijbelteksten

Genesis 25:23En de HEERE zeide tot haar: Twee volken zijn in uw buik, en twee natien zullen zich uit uw ingewand van een scheiden; en het ene volk zal sterker zijn dan het andere volk; en de meerdere zal den mindere dienen.
Genesis 27:29Volken zullen u dienen, en natien zullen zich voor u nederbuigen; wees heer over uw broederen, en de zonen uwer moeder zullen zich voor u nederbuigen! Vervloekt moet hij zijn, wie u vervloekt; en wie u zegent, zij gezegend!
Psalm 2:1Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid?
Psalm 7:8Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte.
Psalm 9:9En Hij Zelf zal de wereld richten in gerechtigheid, en de volken oordelen in rechtmatigheden.
Psalm 44:3Gij hebt de heidenen met Uw hand uit de bezitting verdreven, maar henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, henlieden daarentegen doen voortschieten.
Psalm 44:15Gij stelt ons tot een spreekwoord onder de heidenen, tot een hoofdschudding onder de volken.
Psalm 47:4Hij brengt de volken onder ons, en de natien onder onze voeten.
Psalm 57:10Ik zal U loven onder de volken, o Heere! ik zal U psalmzingen onder de natien.
Psalm 65:8Die het bruisen der zeeen stilt, het bruisen harer golven, en het rumoer der volken.
Psalm 67:5De natien zullen zich verblijden en juichen, omdat Gij de volken zult richten [in] rechtmatigheid; en de natien op de aarde die zult Gij leiden. Sela.
Psalm 105:44En Hij gaf hun de landen der heidenen, zodat zij in erfenis bezaten den arbeid der volken;
Psalm 108:4Ik zal U loven onder de volken, o HEERE! en ik zal U psalmzingen onder de natien.
Psalm 148:11Gij koningen der aarde, en alle volken, gij vorsten, en alle rechters der aarde!
Psalm 149:7Om wraak te doen over de heidenen, [en] bestraffingen over de volken;
Spreuken 11:26Wie koren inhoudt, dien vloekt het volk; maar zegening zal zijn over het hoofd des verkopers.
Spreuken 14:28In de menigte des volks is des konings heerlijkheid; maar in gebrek van volk is eens vorsten verstoring.
Spreuken 14:34Gerechtigheid verhoogt een volk, maar de zonde is een schandvlek der natien.
Spreuken 24:24Die tot den goddeloze zegt: Gij zijt rechtvaardig; dien zullen de volken vervloeken, de natien zullen hem gram zijn.
Jesaja 17:12Wee der veelheid der grote volken, die daar bruisen, gelijk de zeeen bruisen; en [wee] het geruis der natien, die daar ruisen, gelijk de geweldige wateren ruisen!

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen