H3868 לוּז
verkeerd zijn, verkeerdheid, dwaalwegen op - gaan, afwijken, wijken, slinksheid
Spreuken 2:15 | Welker paden verkeerd zijn, en afwijkende in hun sporen; |
Spreuken 3:21 | Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid. |
Spreuken 3:32 | Want de afwijker is den HEERE een gruwel; maar Zijn verborgenheid is met den oprechte. |
Spreuken 4:21 | Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud ze in het midden uws harten. |
Spreuken 14:2 | Die in zijn oprechtheid wandelt, vreest den HEERE; maar die afwijkt in zijn wegen, veracht Hem. |
Jesaja 30:12 | Daarom, zo zegt de Heilige Israels: Omdat gijlieden dit woord verwerpt, en vertrouwt op onderdrukking en verkeerdheid, en steunt daarop: |