H3887 לוּץ
gezantschap, gezant, tolk, bespotten, spotten, spot den - drijven, bespotter, spotter

Bijbelteksten

Genesis 42:23En zij wisten niet, dat het Jozef hoorde; want daar was een taalman tussen hen.
2 Kronieken 32:31Maar het is alzo, als de gezanten der vorsten van Babel, die tot hem gezonden hadden, om te vragen naar dat wonderteken, dat in het land geschied was, [bij hem waren], verliet hem God, om hem te verzoeken, om te weten al [wat] in zijn hart was.
Job 16:20Mijn vrienden zijn mijn bespotters; [doch] mijn oog druipt tot God.
Job 33:23Is er dan bij Hem een Gezant, een Uitlegger, een uit duizend, om den mens zijn rechten plicht te verkondigen;
Psalm 1:1Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters;
Psalm 119:51De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; [nochtans] ben ik van Uw wet niet geweken.
Spreuken 1:22Gij slechten! hoe lang zult gij de slechtigheid beminnen, en de spotters voor zich de spotternij begeren, en de zotten wetenschap haten?
Spreuken 3:34Zekerlijk, de spotters zal Hij bespotten, maar den zachtmoedigen zal Hij genade geven.
Spreuken 9:7Wie den spotter tuchtigt, behaalt zich schande; en die den goddeloze bestraft, zijn schandvlek.
Spreuken 9:8Bestraf den spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den wijze, en hij zal u liefhebben.
Spreuken 9:12Indien gij wijs zijt, gij zijt wijs voor uzelven; en zijt gij een spotter, gij zult het alleen dragen.
Spreuken 13:1Een wijs zoon [hoort] de tucht des vaders; maar een spotter hoort de bestraffing niet.
Spreuken 14:6De spotter zoekt wijsheid, en er is gene; maar de wetenschap is voor den verstandige licht.
Spreuken 14:9Elke dwaas zal de schuld verbloemen; maar onder de oprechten is goedwilligheid.
Spreuken 15:12De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen.
Spreuken 19:25Sla den spotter, zo zal de slechte kloekzinnig worden; en bestraf den verstandige, hij zal wetenschap begrijpen.
Spreuken 19:28Een Belialsgetuige bespot het recht; en de mond der goddelozen slokt de ongerechtigheid in.
Spreuken 19:29Gerichten zijn voor de spotters bereid, en slagen voor den rug der zotten.
Spreuken 20:1De wijn is een spotter, de sterke drank is woelachtig; al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn.
Spreuken 21:11Als men den spotter straft, wordt de slechte wijs; en als men den wijze onderricht, neemt hij wetenschap aan.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen