H3947 לָקַח
wegnemen, aannemen, meenemen, nemen, opnemen, ontvangen, halen

Bijbelteksten

Exodus 25:3Dit nu is het hefoffer, hetwelk gij van hen nemen zult: goud, en zilver, en koper;
Exodus 27:20Gij nu zult de kinderen Israels gebieden, dat zij tot u brengen reine olie van olijven, gestoten tot den luchter, dat men geduriglijk de lampen aansteke.
Exodus 28:5Zij zullen ook het goud, en hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn linnen nemen;
Exodus 28:9En gij zult twee sardonixstenen nemen, en de namen der zonen van Israël daarop graveren.
Exodus 29:1Dit nu is de zaak, die gij hun doen zult, om hen te heiligen, dat zij Mij het priesterambt bedienen: neem een var, het jong eens runds, en twee volkomen rammen;
Exodus 29:5Daarna zult gij de klederen nemen, en Aaron den rok, en den mantel des efods, en den efod, en den borstlap aandoen; en gij zult hem omgorden met den kunstelijken riem des efods.
Exodus 29:7En gij zult de zalfolie nemen, en op zijn hoofd gieten; alzo zult gij hem zalven.
Exodus 29:12Daarna zult gij van het bloed des vars nemen, en met uw vinger op de hoornen des altaars doen; en al het bloed zult gij uitgieten aan den bodem des altaars.
Exodus 29:13Gij zult ook al het vet nemen, hetwelk het ingewand bedekt, en het net over de lever, en beide nieren en het vet, dat aan dezelve is, en gij zult ze aansteken op het altaar.
Exodus 29:15Daarna zult gij den enen ram nemen, en Aaron en zijn zonen zullen hun handen op het hoofd des rams leggen;
Exodus 29:16En gij zult den ram slachten, en gij zult zijn bloed nemen, en rondom op het altaar sprengen.
Exodus 29:19Daarna zult gij den anderen ram nemen, en Aaron en zijn zonen zullen hun handen op des rams hoofd leggen;
Exodus 29:20En gij zult den ram slachten, en van zijn bloed nemen, en doen het op het [rechter]oorlapje van Aaron, en op het rechteroorlapje van zijn zonen, desgelijks op den duim hunner rechterhand, en op den groten teen huns rechtervoets; en dat bloed zult gij op het altaar sprengen, rondom heen.
Exodus 29:21Dan zult gij nemen van het bloed, dat op het altaar is, en van de zalfolie, en gij zult op Aaron en op zijn klederen sprengen, en op zijn zonen en op de klederen zijner zonen met hem; opdat hij geheiligd zij, en zijn klederen, ook zijn zonen, en de klederen zijner zonen met hem.
Exodus 29:22Daarna zult gij van den ram nemen het vet mitsgaders den staart, ook het vet, dat het ingewand bedekt, en het net der lever en de beide nieren, met het vet, dat aan dezelve is, en den rechterschouder; want het is een ram der vulofferen;
Exodus 29:25Neem ze daarna van hun hand, en steek ze aan op het altaar, op het brandoffer, tot een liefelijken reuk voor het aangezicht des HEEREN; het is een vuuroffer den HEERE.
Exodus 29:26En neem de borst van den ram der vulofferen, die van Aaron is, en beweeg hem ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN; en het zal u ten dele zijn.
Exodus 29:31Gij zult den ram der vulling nemen, en gij zult zijn vlees in de heilige plaats zieden.
Exodus 30:16Gij dan zult het geld der verzoeningen van de kinderen Israels nemen, en zult het leggen tot den dienst van de tent der samenkomst; en het zal den kinderen Israels ter gedachtenis zijn, voor het aangezicht des HEEREN, om voor uw zielen verzoening te doen.
Exodus 30:23Gij nu, neem u de voornaamste specerijen, de zuiverste mirre, vijfhonderd [sikkels], en specerijkaneel, half zoveel namelijk tweehonderd en vijftig [sikkels], ook specerijkalmus, tweehonderd en vijftig [sikkels];

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel