H4033 מָגוּר
dwellings, to be a stranger, sojourn, pilgrimage
Genesis 17:8 | En Ik zal u, en uw zaad na u, het land uwer vreemdelingschappen geven, het gehele land Kanaan, tot eeuwige bezitting; en Ik zal hun tot een God zijn. |
Genesis 28:4 | En Hij geve u den zegen van Abraham; aan u, en uw zaad met u, opdat gij erfelijk bezit het land uwer vreemdelingschappen, hetwelk God aan Abraham gegeven heeft. |
Genesis 36:7 | Want hun have was te veel, om samen te wonen; en het land hunner vreemdelingschappen kon ze niet dragen vanwege hun vee. |
Genesis 37:1 | En Jakob woonde in het land der vreemdelingschappen zijns vaders, in het land Kanaan. |
Genesis 47:9 | En Jakob zeide tot Farao: De dagen der jaren mijner vreemdelingschappen zijn honderd en dertig jaren; weinig en kwaad zijn de dagen der jaren mijns levens geweest, en hebben niet bereikt de dagen van de jaren des levens mijner vaderen, in de dagen hunner vreemdelingschappen. |
Exodus 6:3 | En ook heb Ik Mijn verbond met hen opgericht, dat Ik hun geven zou het land Kanaan, het land hunner vreemdelingschappen, waarin zij vreemdelingen geweest zijn. |
Job 18:19 | Hij zal geen zoon, noch neef hebben onder zijn volk; en niemand zal in zijn woningen overig zijn. |
Psalm 55:16 | Dat hun de dood als een schuldeiser overvalle, dat zij als levend ter helle nederdalen; want boosheden zijn in hun woning, in het binnenste van hen. |
Psalm 119:54 | Uw inzettingen zijn mij gezangen geweest, ter plaatse mijner vreemdelingschappen. |
Ezechiel 20:38 | Daartoe zal Ik, die rebel zijn, en die tegen Mij overtreden, uit ulieden uitzuiveren; Ik zal hen uit het land hunner vreemdelingschappen uitvoeren, en zij zullen in het landschap Israels niet [weder]komen, en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. |