Nehemia 2:3 | En ik zeide tot den koning: De koning leve in eeuwigheid! Hoe zou mijn aangezicht niet treurig zijn, daar de stad, de plaats der begrafenissen mijner vaderen, woest is, en haar poorten met vuur verteerd zijn? |
Nehemia 13:11 | En ik twistte met de overheden, en zeide: Waarom is het huis Gods verlaten? Doch ik vergaderde hen, en herstelde ze in hun stand. |
Nehemia 13:21 | Zo betuigde ik tegen hen, en zeide tot hen: Waarom vernacht gijlieden tegenover den muur? Zo gij het weder doet, zal ik de hand aan u slaan. Van dien tijd af kwamen zij niet op den sabbat. |
Esther 3:3 | Toen zeiden de knechten des konings, die in de poort des konings waren, tot Mordechai: Waarom overtreedt gij des konings gebod? |
Job 3:12 | Waarom zijn mij de knieen voorgekomen, en waartoe de borsten, opdat ik zuigen zou? |
Job 18:3 | Waarom worden wij geacht als beesten, en zijn onrein in ulieder ogen? |
Job 21:4 | Is (mij aangaande) mijn klacht tot den mens? Doch of het zo ware, waarom zou mijn geest niet verdrietig zijn? |
Job 21:7 | Waarom leven de goddelozen, worden oud, ja, worden geweldig in vermogen? |
Job 24:1 | Waarom zouden van den Almachtige de tijden niet verborgen zijn, dewijl zij, die Hem kennen, Zijn dagen niet zien? |
Job 33:13 | Waarom hebt gij tegen Hem getwist? Want Hij antwoordt niet van al Zijn daden. |
Jesaja 5:4 | Wat is er meer te doen aan Mijn wijngaard, hetwelk Ik aan hem niet gedaan heb? Waarom heb Ik verwacht, dat hij [goede] druiven voortbrengen zou, en hij heeft stinkende druiven voortgebracht? |
Jesaja 50:2 | Waarom kwam Ik, en er was niemand, [waarom] riep Ik, en niemand antwoordde? Is Mijn hand dus gans kort geworden, dat zij niet verlossen kan, of is er in Mij geen kracht om uit te redden? Ziet, door Mijn schelding maak Ik de zee droog, Ik stel de rivieren [tot] een woestijn, dat haar vis stinkt, omdat er geen water is, en sterft van dorst. |
Jesaja 63:2 | Waarom zijt Gij rood aan Uw gewaad, en Uw klederen als van een, die in de wijnpers treedt? |
Jeremia 2:14 | Is dan Israel een knecht, of is hij een ingeborene des huizes? Waarom is hij [dan] ten roof geworden? |
Jeremia 2:31 | O geslacht, aanmerkt [toch] gijlieden des HEEREN woord! Ben Ik Israël een woestijn geweest, of een land der uiterste donkerheid? Waarom zegt [dan] Mijn volk: Wij zijn heren, wij zullen niet meer tot U komen? |
Jeremia 8:5 | Waarom keert [dan] dit volk te Jeruzalem af [met] een altoosdurende afkering? Zij houden vast aan bedrog, zij weigeren weder te keren. |
Jeremia 8:19 | Ziet, de stem van het geschrei der dochteren mijns volks is uit zeer verren lande: Is dan de HEERE niet te Sion, is haar koning niet bij haar? Waarom hebben zij Mij vertoornd met hun gesneden beelden, met ijdelheden der vreemden? |
Jeremia 8:22 | Is er geen balsem in Gilead? Is er geen heelmeester aldaar? Want waarom is de gezondheid der dochter mijns volks niet gerezen? |
Jeremia 12:1 | Gij zoudt rechtvaardig zijn, o HEERE! wanneer ik tegen U zou twisten; ik zal nochtans [van Uw] oordelen met U spreken; waarom is der goddelozen weg voorspoedig, [waarom] hebben zij rust, allen, die trouwelooslijk trouweloosheid bedrijven? |
Jeremia 13:22 | Wanneer gij dan in uw hart zult zeggen: Waarom zijn mij deze dingen bejegend? Om de veelheid uwer ongerechtigheid, zijn uw zomen ontdekt, [en] uw hielen hebben geweld geleden. |