H4284 מַחֲשָׁבָה
imaginations, purpose, work, device, thought
Psalm 94:11 | De HEERE weet de gedachten des mensen, dat zij ijdelheid zijn. |
Spreuken 6:18 | Een hart, dat ondeugdzame gedachten smeedt; voeten, die zich haasten, om tot kwaad te lopen; |
Spreuken 12:5 | Der rechtvaardigen gedachten zijn recht; der goddelozen raadslagen zijn bedrog. |
Spreuken 15:22 | De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. |
Spreuken 15:26 | Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. |
Spreuken 16:3 | Wentel uw werken op den HEERE, en uw gedachten zullen bevestigd worden. |
Spreuken 19:21 | In het hart des mans zijn veel gedachten; maar de raad des HEEREN, die zal bestaan. |
Spreuken 20:18 | Elke gedachte wordt door raad bevestigd, daarom voer oorlog met wijze raadslagen. |
Spreuken 21:5 | De gedachten des vlijtigen zijn alleen tot overschot; maar van een ieder, die haastig is, alleen tot gebrek. |
Jesaja 55:7 | De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk. |
Jesaja 55:8 | Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. |
Jesaja 55:9 | Want [gelijk] de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten. |
Jesaja 59:7 | Hun voeten lopen tot het kwade, en zij haasten om onschuldig bloed te vergieten; hun gedachten zijn gedachten der ongerechtigheid, verstoring en verbreking is op hun banen. |
Jesaja 65:2 | Ik heb Mijn handen uitgebreid, den gansen dag tot een wederstrevig volk, die wandelen op een weg, die niet goed is, naar hun [eigen] gedachten. |
Jesaja 66:18 | Hun werken en hun gedachten! Het komt, dat Ik vergaderen zal alle heidenen en tongen, en zij zullen komen, en zij zullen Mijn heerlijkheid zien. |
Jeremia 4:14 | Was uw hart van boosheid, o Jeruzalem! opdat gij behouden wordt; hoe lang zult gij de gedachten uwer ijdelheid in het binnenste van u laten vernachten? |
Jeremia 6:19 | Hoor toe, gij aarde! Zie, Ik zal een kwaad brengen over dit volk, de vrucht hunner gedachten; want zij merken niet op Mijn woorden, en Mijn wet verwerpen zij. |
Jeremia 11:19 | En ik was als een lam, [als] een os, die geleid wordt om te slachten; want ik wist niet, dat zij gedachten tegen mij dachten, [zeggende:] Laat ons den boom met zijn vrucht verderven, en laat ons hem uit het land der levenden uitroeien, dat zijn naam niet meer gedacht worde. |
Jeremia 18:11 | Nu dan, spreek nu tot de mannen van Juda en tot de inwoners van Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik formeer een kwaad tegen ulieden, en denk tegen ulieden een gedachte; [zo] bekeert u nu, een iegelijk van zijn bozen weg, en maakt uw wegen en uw handelingen goed. |
Jeremia 18:12 | Doch zij zeggen: Het is buiten hoop; maar wij zullen naar onze gedachten wandelen, en wij zullen doen, een iegelijk het goeddunken van zijn boos hart. |