Job 28:26 | Als Hij den regen een gezette orde maakte, en een weg voor het weerlicht der donderen; |
Job 29:23 | Want zij wachtten naar mij, gelijk [naar] den regen, en sperden hun mond open, [als] naar den spaden regen. |
Job 36:27 | Want Hij trekt de druppelen der wateren op, die den regen na zijn damp uitgieten; |
Job 37:6 | Want Hij zegt tot de sneeuw: Wees op de aarde; en [tot] den plasregens des regens; dan is er de plasregen Zijner sterke regenen. |
Job 38:28 | Heeft de regen een vader, of wie baart de druppelen des dauws? |
Psalm 72:6 | Hij zal nederdalen als een regen op het nagras, als de druppelen, die de aarde bevochtigen. |
Psalm 135:7 | Hij doet dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen; Hij brengt den wind uit Zijn schatkameren voort. |
Psalm 147:8 | Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras [op] de bergen doet uitspruiten; |
Spreuken 26:1 | Gelijk de sneeuw in den zomer, en gelijk de regen in den oogst, alzo past den zot de eer niet. |
Spreuken 28:3 | Een arm man, die de geringen verdrukt, is een wegvagende regen, zodat er geen brood zij. |
Jesaja 4:6 | En daar zal een hut zijn tot een schaduw des daags tegen de hitte, en tot een toevlucht, en tot een verberging tegen den vloed en tegen den regen. |
Jesaja 5:6 | En Ik zal hem [tot] woestheid maken; hij zal niet besnoeid, noch omgehakt worden, maar distelen en doornen zullen [daarin] opgaan; en Ik zal den wolken gebieden, dat zij geen regen daarop regenen. |
Jesaja 30:23 | Dan zal Hij uw zaad, waarmede gij het land bezaaid hebt, regen geven, en brood van des lands inkomen, en hetzelve zal vet en smoutig zijn; uw vee zal te dien dage [in] een wijde landouwe weiden. |
Jeremia 10:13 | Als Hij Zijn stem geeft, zo is er een gedruis van wateren in den hemel, en Hij doet de dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen, en doet den wind voortkomen uit Zijn schatkameren. |
Jeremia 51:16 | Als Hij Zijn stem geeft, zo is er een gedruis van wateren in den hemel, en Hij doet de dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen, en doet den wind voortkomen uit Zijn schatkameren. |
Zacharia 10:1 | Begeert van den HEERE regen, ten tijde des spaden regens; de HEERE maakt de weerlichten; en Hij zal hun regen genoeg geven voor ieder kruid op het veld. |