H4405 מִלָּה
say, answer +, byword, speaking, speech, word
Job 32:11 | Ziet, ik heb gewacht op ulieder woorden; ik heb het oor gewend tot ulieder aanmerkingen, totdat gij redenen uitgezocht hadt. |
Job 32:14 | Nu heeft hij tegen mij geen woorden gericht, en met ulieder woorden zal ik hem niet beantwoorden. |
Job 32:15 | Zij zijn ontzet, zij antwoorden niet meer; zij hebben de woorden van zich verzet. |
Job 32:18 | Want ik ben der woorden vol; de geest mijns buiks benauwt mij. |
Job 33:1 | En gewisselijk, o Job! hoor toch mijn redenen, en neem al mijn woorden ter ore. |
Job 33:8 | Zeker, gij hebt gezegd voor mijn oren, en ik heb de stem der woorden gehoord; |
Job 33:32 | Zo er redenen zijn, antwoord mij; spreek, want ik heb lust u te rechtvaardigen. |
Job 34:2 | Hoort, gij wijzen, mijn woorden, en gij verstandigen, neigt de oren naar mij. |
Job 34:3 | Want het oor proeft de woorden, gelijk het gehemelte de spijze smaakt. |
Job 34:16 | Zo er dan verstand [bij u] is, hoor dit; neig de oren tot de stem mijner woorden. |
Job 35:4 | Ik zal u antwoord geven, en uw vrienden met u. |
Job 35:16 | Zo heeft Job in ijdelheid zijn mond geopend, [en] zonder wetenschap woorden vermenigvuldigd. |
Job 36:2 | Verbeid mij een weinig, en ik zal u aanwijzen, dat er nog redenen voor God zijn. |
Job 36:4 | Want voorwaar, mijn woorden zullen geen valsheid zijn; een, die oprecht is van gevoelen, is bij u. |
Job 38:2 | Wie is hij, die den raad verduistert met woorden zonder wetenschap? |
Psalm 19:5 | Hun richtsnoer gaat uit over de ganse aarde, en hun redenen aan het einde der wereld; Hij heeft in dezelve een tent gesteld voor de zon. |
Psalm 139:4 | Als er [nog] geen woord op mijn tong is, zie, HEERE! Gij weet het alles. |
Spreuken 23:9 | Spreek niet voor het oor van een zot, want hij zou het verstand uwer woorden verachten. |