H4480 מִן
since, that not, from, with, after, at, among, whether, by

Bijbelteksten

Ezechiel 48:14En zij zullen daarvan niet verkopen, noch de eerstelingen des lands verwisselen, noch overdragen; want het is een heiligheid den HEERE.
Daniel 1:3En de koning zeide tot Aspenaz, den overste zijner kamerlingen, dat hij voorbrengen zou [enigen] uit de kinderen Israels, te weten, uit het koninklijk zaad, en uit de prinsen;
Daniel 1:10Want de overste der kamerlingen zeide tot Daniel: Ik vreze mijn heer, den koning, die ulieder spijs, en ulieder drank verordend heeft; want waarom zou hij ulieder aangezichten droeviger zien, dan der jongelingen, die in gelijkheid met ulieden zijn? Alzo zoudt gij mijn hoofd bij den koning schuldig maken.
Daniel 1:12Beproef toch uw knechten tien dagen lang, en men geve ons van het gezaaide te eten, en water te drinken.
Daniel 1:15Ten einde nu der tien dagen, zag men dat hun gedaanten schoner waren, en zij vetter waren van vlees dan al de jongelingen, die de stukken van de spijze des konings aten.
Daniel 2:33Zijn schenkelen van ijzer; zijn voeten eensdeels van ijzer, en eensdeels van leem.
Daniel 2:41En dat gij gezien hebt de voeten en de tenen, ten dele van pottenbakkersleem, en ten dele van ijzer, dat zal een gedeeld koninkrijk zijn, doch daar zal van des ijzers vastigheid in zijn, ten welken aanzien gij gezien hebt ijzer vermengd met modderig leem;
Daniel 2:42En de tenen der voeten, ten dele ijzer, en ten dele leem; dat koninkrijk zal ten dele hard zijn, en ten dele broos.
Daniel 8:3En ik hief mijn ogen op, en ik zag, en ziet, een ram stond voor dien vloed, die had twee hoornen, en die twee hoornen waren hoog, en de een was hoger dan de andere, en de hoogste kwam in het laatste op.
Daniel 8:5Toen ik [dit] overlegde, ziet, er kwam een geitenbok van het westen over den gansen aardbodem, en roerde de aarde niet aan; en die bok had een aanzienlijken hoorn tussen zijn ogen.
Daniel 8:9En uit een van die kwam voort een kleine hoorn, welke uitnemend groot werd, tegen het zuiden, en tegen het oosten, en tegen het sierlijke [land].
Daniel 8:10En hij werd groot tot aan het heir des hemels; en hij wierp er [sommigen] van dat heir, namelijk van de sterren, ter aarde neder, en hij vertrad ze.
Daniel 8:11Ja, hij maakte zich groot tot aan den Vorst diens heirs, en van Denzelven werd weggenomen het gedurig [offer], en de woning Zijns heiligdoms werd nedergeworpen.
Daniel 9:25Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden.
Daniel 10:12Toen zeide Hij tot mij: Vrees niet, Daniel! want van den eersten dag aan, dat gij uw hart begaaft, om te verstaan en om uzelven te verootmoedigen, voor het aangezicht uws Gods, zijn uw woorden gehoord, en om uwer woorden wil ben Ik gekomen.
Daniel 11:5En de koning van het Zuiden, die een van zijn vorsten is, zal sterk worden; doch [een ander] zal sterker worden dan hij, en hij zal heersen; zijn heerschappij zal een grote heerschappij zijn.
Daniel 11:13Want de koning van het Noorden zal wederkeren, en hij zal een groter menigte dan de eerste was, oprichten; en aan het einde van de tijden der jaren, zal hij snellijk komen met een grote heirkracht, en met groot goed.
Daniel 11:23En na de vereniging met hem zal hij bedrog plegen, en hij zal optrekken, en hij zal met weinig volks gesterkt worden.
Daniel 11:31En er zullen armen uit hem ontstaan, en zij zullen het heiligdom ontheiligen, [en] de sterkte, en zij zullen het gedurige [offer] wegnemen, en een verwoestenden gruwel stellen.
Daniel 11:35En van de leraars zullen er [sommigen] vallen, om hen te louteren en te reinigen, en wit te maken, tot den tijd van het einde toe; want het zal nog zijn voor een bestemden tijd.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken