H4605 מַעַל
high, exceedingly, very, upon, upward, above
Job 18:16 | Van onder zullen zijn wortelen verdorren, en van boven zal zijn tak afgesneden worden. |
Job 31:2 | Want wat is het deel Gods van boven, of de erve des Almachtigen uit de hoogten? |
Job 31:28 | Dat ware ook een misdaad [bij] den rechter; want ik zou den God van boven verzaakt hebben. |
Psalm 74:5 | Een ieder werd er bekend als een, die de bijlen omhoog aanbrengt in de dichtigheid van een geboomte. |
Psalm 78:23 | Daar Hij den wolken van boven gebood, en de deuren des hemels opende; |
Spreuken 8:28 | Toen Hij de opperwolken van boven vestigde; toen Hij de fonteinen des afgronds vastmaakte; |
Spreuken 15:24 | De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. |
Prediker 3:21 | Wie merkt, dat de adem van de kinderen der mensen opvaart naar boven, en de adem der beesten nederwaarts vaart in de aarde? |
Jesaja 6:2 | De serafs stonden boven Hem; een iegelijk had zes vleugelen; met twee bedekte [ieder] zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. |
Jesaja 7:11 | Eis u een teken van den HEERE, uw God; eis beneden in de diepte, of eis boven uit de hoogte. |
Jesaja 8:21 | En een ieder van hen zal daar doorgaan, hard gedrukt en hongerig; en het zal geschieden, wanneer hem hongert, en hij zeer toornig zal zijn, dan zal hij vloeken op zijn koning en op zijn God, als hij opwaarts zal zien; |
Jesaja 14:13 | En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren Gods verhogen; en ik zal mij zetten op den berg der samenkomst aan de zijden van het noorden. |
Jesaja 37:31 | Want het ontkomene, dat overgebleven is van het huis van Juda, zal wederom nederwaarts wortelen, en het zal opwaarts vrucht dragen. |
Jesaja 45:8 | Drupt, gij hemelen! van boven af, en dat de wolken vloeien van gerechtigheid; en de aarde opene zich, en dat allerlei heil uitwasse, en gerechtigheid te zamen uitspruiten; Ik, de HEERE, heb ze geschapen. |
Jeremia 4:28 | Hierom zal de aarde treuren, en de hemel daarboven zwart zijn; omdat Ik het heb gesproken, Ik heb het voorgenomen, en het zal Mij niet rouwen, en Ik zal Mij daarvan niet afkeren. |
Jeremia 31:37 | Zo zegt de HEERE: Indien de hemelen daarboven gemeten, en de fondamenten der aarde beneden doorgrond kunnen worden, zo zal Ik ook het ganse zaad Israels verwerpen, om alles, wat zij gedaan hebben, spreekt de HEERE. |
Jeremia 35:4 | En bracht hen in des HEEREN huis, in de kamer der zonen van Hanan, den zoon van Jigdalia, den man Gods; welke is bij de kamer der oversten, die daar is boven de kamer van Maaseja, den zoon van Sallum, den dorpelbewaarder. |
Jeremia 43:10 | En zeg tot hen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal henenzenden, en Nebukadrezar, den koning van Babel, Mijn knecht, halen, en Ik zal zijn troon zetten boven op deze stenen, die Ik verborgen heb; en hij zal zijn schone tent daarover spannen. |
Jeremia 52:32 | En hij sprak vriendelijk met hem, en stelde zijn stoel boven den stoel der koningen, die bij hem te Babel waren. |
Ezechiel 1:11 | Ook waren hun aangezichten en hun vleugelen opwaarts verdeeld; elkeen had er twee samengevoegd aan de andere, en twee bedekten hun lichamen. |