H4671 מֹץ
chaff

Bijbelteksten

Job 21:18Dat zij gelijk stro worden voor den wind, en gelijk kaf, dat de wervelwind wegsteelt;
Psalm 1:4Alzo zijn de goddelozen niet, maar als het kaf, dat de wind henendrijft.
Psalm 35:5Laat hen worden als kaf voor den wind, en de Engel des HEEREN drijve hen weg.
Jesaja 17:13De natien zullen [wel] ruisen, gelijk grote wateren ruisen; doch Hij zal hem schelden, zo zal hij verre wegvlieden, ja, hij zal gejaagd worden, als het kaf der bergen van den wind, en gelijk een kloot van den wervelwind.
Jesaja 29:5En de menigte uwer vreemde [soldaten] zal zijn gelijk dun stof, en de menigte der tirannen als voorbijvliegend kaf; en het zal in een ogenblik haastelijk geschieden.
Jesaja 41:15Ziet, Ik heb u tot een scherpe nieuwe dorsslede gesteld, die scherpe pinnen heeft; gij zult bergen dorsen en vermalen, en heuvelen zult gij stellen gelijk kaf.
Hosea 13:3Daarom zullen zij zijn als een morgenwolk, en als een vroegkomende dauw, die henengaat; als kaf van den dorsvloer, en als rook uit den schoorsteen wordt weggestormd.
Sefanja 2:2Eer het besluit bare (gelijk kaf gaat de dag voorbij), terwijl de hittigheid van des HEEREN toorn over ulieden nog niet komt; terwijl de dag van den toorn des HEEREN over ulieden nog niet komt.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken