H4730 מִקְטֶרֶת
censer

Bijbelteksten

2 Kronieken 26:19Toen werd Uzzia toornig, en het reukwerk was in zijn hand, om te roken; als hij nu toornig werd tegen de priesteren, rees de melaatsheid op aan zijn voorhoofd, voor het aangezicht der priesteren, in het huis des HEEREN, van boven het reukaltaar.
Ezechiel 8:11En zeventig mannen uit de oudsten van het huis Israels, met Jaazanja, den zoon van Safan, staande in het midden van hen, stonden voor hun aangezichten; en een ieder [had] zijn rookvat in zijn hand, en een overvloedige wolk des reukwerks ging op.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs