H4822 מְרֵמוֹת
Meremoth

Bijbelteksten

Ezra 8:33Op den vierden dag nu werd gewogen het zilver, en het goud, en de vaten, in het huis onzes Gods, aan de hand van Meremoth, den zoon van Uria, den priester, en met hem Eleazar, de zoon van Pinehas; en met hem Jozabad, de zoon van Jesua, en Noadja, de zoon van Binnui, de Levieten.
Ezra 10:36Vanja, Meremoth, Eljasib,
Nehemia 3:4En aan hun hand verbeterde Meremoth, de zoon van Uria, den zoon van Koz; en aan hun hand verbeterde Mesullam, de zoon van Berechja, den zoon van Mesezabeel; en aan hun hand verbeterde Zadok, zoon van Baena.
Nehemia 3:21Na hem verbeterde Meremoth, de zoon van Uria, den zoon van Koz, een andere maat; van de huisdeur van Eljasib af, tot aan het einde van Eljasibs huis.
Nehemia 10:5Harim, Meremoth, Obadja,
Nehemia 12:3Sechanja, Rehum, Meremoth,

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel