Exodus 24:13 | Toen maakte zich Mozes op, met Jozua, zijn dienaar; en Mozes klom op den berg Gods. |
Exodus 24:15 | Toen Mozes op den berg geklommen was, zo heeft een wolk den berg bedekt. |
Exodus 24:16 | En de heerlijkheid des HEEREN woonde op den berg Sinai, en de wolk bedekte hem zes dagen, en op den zevenden dag riep Hij Mozes uit het midden der wolk. |
Exodus 24:18 | En Mozes ging in het midden der wolk, nadat hij op den berg geklommen was; en Mozes was op dien berg veertig dagen en veertig nachten. |
Exodus 25:1 | Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: |
Exodus 30:11 | Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: |
Exodus 30:17 | En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: |
Exodus 30:22 | Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: |
Exodus 30:34 | Verder zeide de HEERE tot Mozes: Neem tot u welriekende specerijen, mirresap, en oniche, en galban, [deze] welriekende specerijen, en zuiveren wierook; dat elk bijzonder zij. |
Exodus 31:1 | Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: |
Exodus 31:12 | Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: |
Exodus 31:18 | En Hij gaf aan Mozes, als Hij met hem op den berg Sinaï te spreken geëindigd had, de twee tafelen der getuigenis, tafelen van steen, beschreven met den vinger Gods. |
Exodus 32:1 | Toen het volk zag, dat Mozes vertoog van den berg af te komen, zo verzamelde zich het volk tot Aaron, en zij zeiden tot hem: Sta op, maak ons goden, die voor ons aangezicht gaan; want dezen Mozes, dien man, die ons uit Egypteland uitgevoerd heeft, wij weten niet, wat hem geschied zij. |
Exodus 32:7 | Toen sprak de HEERE tot Mozes: Ga heen, klim af! want uw volk, dat gij uit Egypteland opgevoerd hebt, heeft het verdorven. |
Exodus 32:9 | Verder zeide de HEERE tot Mozes: Ik heb dit volk gezien, en zie, het is een hardnekkig volk! |
Exodus 32:11 | Doch Mozes aanbad het aangezicht des HEEREN zijns Gods, en hij zeide: O HEERE! waarom zou Uw toorn ontsteken tegen Uw volk, hetwelk Gij met grote kracht, en met een sterke hand, uit Egypteland uitgevoerd hebt? |
Exodus 32:15 | En Mozes wendde zich om, en klom van den berg af, met de twee tafelen der getuigenis in zijn hand; deze tafelen waren op haar beide zijden beschreven, zij waren op de ene en op de andere zijde beschreven. |
Exodus 32:17 | Toen nu Jozua des volks stem hoorde, als het juichte, zo zeide hij tot Mozes: Er is een krijgsgeschrei in het leger. |
Exodus 32:19 | En het geschiedde, als hij aan het leger naderde, en het kalf, en de reien zag, dat de toorn van Mozes ontstak, en dat hij de tafelen uit zijn handen wierp, en dezelve beneden aan den berg verbrak. |
Exodus 32:21 | En Mozes zeide tot Aaron: Wat heeft u dit volk gedaan, dat gij [zulk] een grote zonde over hetzelve gebracht hebt? |