H4872 מֹשֶׁה
Mozes

Bijbelteksten

Numeri 32:25Toen spraken de kinderen van Gad en de kinderen van Ruben tot Mozes, zeggende: Uw knechten zullen doen, gelijk als mijn heer gebiedt.
Numeri 32:28Toen gebood Mozes, hunnenthalve, den priester Eleazar, en Jozua, den zoon van Nun, en den hoofden der vaderen van de stammen der kinderen Israëls;
Numeri 32:29En Mozes zeide tot hen: Indien de kinderen van Gad, en de kinderen van Ruben, met ulieden over de Jordaan zullen trekken, een ieder, die toegerust is ten oorlog, voor het aangezicht des HEEREN, als het land voor uw aangezicht zal ten ondergebracht zijn; zo zult gij hun het land Gilead ter bezitting geven.
Numeri 32:33Alzo gaf Mozes hunlieden, den kinderen van Gad, en de kinderen van Ruben, en den halven stam van Manasse, den zoon van Jozef, het koninkrijk van Sihon, koning der Amorieten, en het koninkrijk van Og, koning van Bazan; het land met de steden van hetzelve in de landpalen, de steden des lands rondom.
Numeri 32:40Zo gaf Mozes Gilead aan Machir, den zoon van Manasse; en hij woonde daarin.
Numeri 33:1Dit zijn de reizen der kinderen Israels, die uit Egypteland uitgetogen zijn, naar hun heiren, door de hand van Mozes en Aaron.
Numeri 33:2En Mozes schreef hun uittochten, naar hun reizen, naar den mond des HEEREN; en dit zijn hun reizen, naar hun uittochten.
Numeri 33:50En de HEERE sprak tot Mozes, in de vlakke velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho, zeggende:
Numeri 34:1Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
Numeri 34:13En Mozes gebood den kinderen Israels, zeggende: Dit is het land, dat gij door het lot ten erve innemen zult, hetwelk de HEERE aan de negen stammen en den halven stam [van Manasse] te geven geboden heeft.
Numeri 34:16Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
Numeri 35:1En de HEERE sprak tot Mozes, in de vlakke velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho, zeggende:
Numeri 35:9Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
Numeri 36:1En de hoofden der vaderen van het geslacht de kinderen van Gilead, den zoon van Machir, den zoon van Manasse, uit de geslachten der kinderen van Jozef, traden toe, en spraken voor het aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht der oversten, hoofden van de vaderen der kinderen Israëls.
Numeri 36:5Toen gebood Mozes den kinderen Israëls, naar des HEEREN mond, zeggende: De stam der kinderen van Jozef spreekt recht.
Numeri 36:10Gelijk als de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de dochteren van Zelafead;
Numeri 36:13Dat zijn de geboden en de rechten, die de HEERE door de dienst van Mozes aan de kinderen Israels geboden heeft, in de vlakke velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho.
Deuteronomium 1:1Dit zijn de woorden, die Mozes tot gans Israel gesproken heeft, aan deze zijden van de Jordaan, in de woestijn, op het vlakke veld tegenover Suf, tussen Paran en tussen Tofel, en Laban, en Hazeroth, en Dizahab.
Deuteronomium 1:3En het is geschied in het veertigste jaar, in de elfde maand, op den eersten der maand, dat Mozes sprak tot de kinderen Israëls, naar alles wat hem de HEERE aan hen bevolen had;
Deuteronomium 1:5Aan deze zijde van de Jordaan, in het land van Moab, hief Mozes aan, deze wet uit te leggen, zeggende:

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel