H4941 מִשְׁפָּט
ordinance, right, judgment, manner, cause
Psalm 149:9 | Om het beschreven recht over hen te doen. Dit zal de heerlijkheid van al Zijn gunstgenoten zijn. Hallelujah! |
Spreuken 1:3 | Om aan te nemen onderwijs van goed verstand, gerechtigheid, en recht, en billijkheden; |
Spreuken 2:8 | Opdat zij de paden des rechts houden; en Hij zal den weg Zijner gunstgenoten bewaren. |
Spreuken 2:9 | Dan zult gij verstaan gerechtigheid, en recht, en billijkheden, [en] alle goede pad. |
Spreuken 8:20 | Ik doe wandelen op den weg der gerechtigheid, in het midden van de paden des rechts; |
Spreuken 12:5 | Der rechtvaardigen gedachten zijn recht; der goddelozen raadslagen zijn bedrog. |
Spreuken 13:23 | Het ploegen der armen [geeft] veelheid der spijze; maar daar is een, die verteerd wordt door gebrek van oordeel. |
Spreuken 16:8 | Beter is een weinig met gerechtigheid, dan de veelheid der inkomsten zonder recht. |
Spreuken 16:10 | Waarzegging is op de lippen des konings; zijn mond zal niet overtreden in het gericht. |
Spreuken 16:11 | Een rechte waag en weegschaal zijn des HEEREN; alle weegstenen des zaks zijn Zijn werk. |
Spreuken 16:33 | Het lot wordt in den schoot geworpen; maar het gehele beleid daarvan is van den HEERE. |
Spreuken 17:23 | De goddeloze zal het geschenk uit den schoot nemen, om de paden des rechts te buigen. |
Spreuken 18:5 | Het is niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het gericht te buigen. |
Spreuken 19:28 | Een Belialsgetuige bespot het recht; en de mond der goddelozen slokt de ongerechtigheid in. |
Spreuken 21:3 | Gerechtigheid en recht te doen is bij den HEERE uitgelezener dan offer. |
Spreuken 21:7 | De verwoesting der goddelozen zal hen doorsnijden, omdat zij weigeren recht te doen. |
Spreuken 21:15 | Het is den rechtvaardige een blijdschap recht te doen; maar voor de werkers der ongerechtigheid is het verschrikking. |
Spreuken 24:23 | Deze [spreuken] zijn ook van de wijzen. Het aangezicht in het gericht te kennen, is niet goed. |
Spreuken 28:5 | De kwade lieden verstaan het recht niet; maar die den HEERE zoeken, verstaan alles. |
Spreuken 29:4 | Een koning houdt het land staande door het recht; maar een, die tot geschenken genegen is, verstoort hetzelve. |