H4973 מְתַלְּעָה
jaw teeth, jaws, cheek teeth

Bijbelteksten

Job 29:17En ik verbrak de baktanden des verkeerden, en wierp den roof uit zijn tanden.
Spreuken 30:14Een geslacht, welks tanden zwaarden, en welks baktanden messen zijn, om de ellendigen van de aarde en de nooddruftigen van onder de mensen te verteren.
Joel 1:6Want een volk is opgekomen over mijn land, machtig en zonder getal; zijn tanden zijn leeuwentanden, en het heeft baktanden eens ouden leeuws.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs