H5035 נֶבֶל
flagons, psalteries, pitchers,
Psalm 33:2 | Looft den HEERE met de harp; psalmzingt Hem met de luit [en] het tiensnarig instrument. |
Psalm 57:9 | Waak op, mijn eer! waak op, gij, luit en harp! ik zal in den dageraad opwaken. |
Psalm 71:22 | Ook zal ik U loven met het instrument der luit, Uw trouw, mijn God; ik zal U psalmzingen met de harp, o Heilige Israels! |
Psalm 81:3 | Heft een psalm op, en geeft de trommel; de liefelijke harp met de luit. |
Psalm 92:4 | Op het tiensnarig instrument en op de luit, met een voorbedacht lied op de harp. |
Psalm 108:3 | Waak op, gij luit en harp! ik zal in den dageraad opwaken. |
Psalm 144:9 | O God! ik zal U een nieuw lied zingen; met de luit [en] het tiensnarig instrument zal ik U psalmzingen. |
Psalm 150:3 | Looft Hem met geklank der bazuin; looft Hem met de luit en met de harp! |
Jesaja 5:12 | En harpen en luiten, trommelen en pijpen, en wijn zijn [in] hun maaltijden; maar zij aanschouwen het werk des HEEREN niet, en zij zien niet op het maaksel Zijner handen. |
Jesaja 14:11 | Uw hovaardij is in de hel nedergestort, [met] het geklank uwer luiten; de maden zullen onder u gestrooid worden, en de wormen zullen u bedekken. |
Jesaja 22:24 | En men zal aan hem hangen alle heerlijkheid van het huis zijns vaders, der uitspruitelingen en der afkomelingen, [ook] alle kleine vaten, van de vaten der bekers af, zelfs tot al de vaten der flessen. |
Jesaja 30:14 | Ja, Hij zal ze verbreken, gelijk een pottenbakkerskruik verbroken wordt; in het brijzelen zal Hij niet verschonen; alzo dat van haar verbrijzeling niet een scherf zal gevonden worden, om vuur uit den haard te nemen, of om water te scheppen uit een gracht. |
Jeremia 13:12 | Daarom zeg dit woord tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Alle flessen zullen met wijn gevuld worden. Dan zullen zij tot u zeggen: Weten wij niet zeer wel, dat alle flessen met wijn gevuld zullen worden? |
Jeremia 48:12 | Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik hem vreemde gasten zal toeschikken, die hem in vreemde plaatsen zullen voeren, en zijn vaten ledigen, en hunlieder flessen in stukken slaan. |
Klaagliederen 4:2 | [Beth.] De kostelijke kinderen Sions, tegen fijn goud geschat, hoe zijn zij [nu] gelijk gerekend aan de aarden flessen, het werk van de handen eens pottenbakkers! |
Amos 5:23 | Doe het getier uwer liederen van Mij weg; ook mag Ik uw luiten spel niet horen. |
Amos 6:5 | Die op het geklank der luit kwinkeleren, [en] bedenken zichzelven instrumenten der muziek, gelijk David; |