H5058 נְגִינָה
Neginoth, muziekinstrument, snarenspel

Bijbelteksten

Job 30:9Maar nu ben ik hun een snarenspel geworden, en ik ben hun tot een klapwoord.
Psalm 4:1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth.
Psalm 6:1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth, op de Scheminith.
Psalm 54:1Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth;
Psalm 55:1Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth.
Psalm 61:1[Een psalm van] David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth.
Psalm 69:13Die in de poort zitten, klappen van mij; en ik ben een snarenspel dergenen, die sterken drank drinken.
Psalm 76:1Een psalm, een lied van Asaf, voor den opperzangmeester, op de Neginoth.
Psalm 77:7Ik dacht aan mijn snarenspel; in den nacht overlegde ik in mijn hart, en mijn geest onderzocht:
Jesaja 38:20De HEERE was [gereed] om mij te verlossen; daarom zullen wij op mijn snarenspel spelen; al de dagen onzes levens, in het huis des HEEREN.
Klaagliederen 3:14[He.] Ik ben al mijn volk tot belaching geworden, hun snarenspel den gansen dag.
Klaagliederen 5:14De ouden houden op van de poort, de jongelingen van hun snarenspel.
Habakuk 3:19De Heere HEERE is mijn Sterkte; en Hij zal mijn voeten maken als der hinden, en Hij zal mij doen treden op mijn hoogten. Voor den opperzangmeester op mijn Neginoth.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken