Psalm 22:26 | Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente; ik zal mijn geloften betalen in tegenwoordigheid dergenen, die Hem vrezen. |
Psalm 50:14 | Offert Gode dank, en betaalt den Allerhoogste uw geloften. |
Psalm 56:13 | O God! op mij zijn Uw geloften; ik zal U dankzeggingen vergelden; |
Psalm 61:6 | Want Gij, o God! hebt gehoord naar mijn geloften; Gij hebt [mij] gegeven de erfenis dergenen, die Uw Naam vrezen. |
Psalm 61:9 | Zo zal ik Uw Naam psalmzingen in eeuwigheid; opdat ik mijn geloften betale, dag bij dag. |
Psalm 65:2 | De lofzang is [in] stilheid tot U, o God! in Sion; en U zal de gelofte betaald worden. |
Psalm 66:13 | Ik zal met brandofferen in Uw huis gaan; ik zal U mijn geloften betalen, |
Psalm 116:14 | Mijn geloften zal ik den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk. |
Psalm 116:18 | Ik zal mijn geloften den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk. |
Spreuken 7:14 | Dankoffers zijn bij mij, ik heb heden mijn geloften betaald; |
Spreuken 20:25 | Het is een strik des mensen, dat hij het heilige verslindt, en na [gedane] geloften, onderzoek te doen. |
Spreuken 31:2 | Wat, o mijn zoon, en wat, o zoon mijns buiks? ja, wat, o zoon mijner geloften? |
Prediker 5:3 | Wanneer gij een gelofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het. |
Jesaja 19:21 | En de HEERE zal den Egyptenaren bekend worden, en de Egyptenaars zullen den HEERE kennen te dien dage; en zij zullen [Hem] dienen [met] slachtoffer, en spijsoffer, en zij zullen den HEERE een gelofte beloven en betalen. |
Jeremia 44:25 | Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israels, zeggende: [Aangaande] u en uw vrouwen, zij hebben toch met uw mond gesproken, en gij hebt het met uw handen vervuld, zeggende: Wij zullen onze geloften, die wij beloofd hebben, ganselijk houden, rokende aan Melecheth des hemels, en haar drankofferen offerende; [nu,] zij hebben uw geloften volkomenlijk bevestigd en uw geloften volkomenlijk gehouden. |
Jona 1:16 | Dies vreesden de mannen den HEERE [met] grote vreeze; en zij slachtten den HEERE slachtoffer, en beloofden geloften. |
Nahum 1:15 | Ziet op de bergen de voeten desgenen, die het goede boodschapt, die vrede doet horen; vier uw vierdagen, o Juda! betaal uw geloften; want de Belials-[man] zal voortaan niet meer door u doorgaan; hij is gans uitgeroeid. |