H5088 נֶדֶר
vow, vowed

Bijbelteksten

Psalm 22:26Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente; ik zal mijn geloften betalen in tegenwoordigheid dergenen, die Hem vrezen.
Psalm 50:14Offert Gode dank, en betaalt den Allerhoogste uw geloften.
Psalm 56:13O God! op mij zijn Uw geloften; ik zal U dankzeggingen vergelden;
Psalm 61:6Want Gij, o God! hebt gehoord naar mijn geloften; Gij hebt [mij] gegeven de erfenis dergenen, die Uw Naam vrezen.
Psalm 61:9Zo zal ik Uw Naam psalmzingen in eeuwigheid; opdat ik mijn geloften betale, dag bij dag.
Psalm 65:2De lofzang is [in] stilheid tot U, o God! in Sion; en U zal de gelofte betaald worden.
Psalm 66:13Ik zal met brandofferen in Uw huis gaan; ik zal U mijn geloften betalen,
Psalm 116:14Mijn geloften zal ik den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk.
Psalm 116:18Ik zal mijn geloften den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk.
Spreuken 7:14Dankoffers zijn bij mij, ik heb heden mijn geloften betaald;
Spreuken 20:25Het is een strik des mensen, dat hij het heilige verslindt, en na [gedane] geloften, onderzoek te doen.
Spreuken 31:2Wat, o mijn zoon, en wat, o zoon mijns buiks? ja, wat, o zoon mijner geloften?
Prediker 5:3Wanneer gij een gelofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het.
Jesaja 19:21En de HEERE zal den Egyptenaren bekend worden, en de Egyptenaars zullen den HEERE kennen te dien dage; en zij zullen [Hem] dienen [met] slachtoffer, en spijsoffer, en zij zullen den HEERE een gelofte beloven en betalen.
Jeremia 44:25Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israels, zeggende: [Aangaande] u en uw vrouwen, zij hebben toch met uw mond gesproken, en gij hebt het met uw handen vervuld, zeggende: Wij zullen onze geloften, die wij beloofd hebben, ganselijk houden, rokende aan Melecheth des hemels, en haar drankofferen offerende; [nu,] zij hebben uw geloften volkomenlijk bevestigd en uw geloften volkomenlijk gehouden.
Jona 1:16Dies vreesden de mannen den HEERE [met] grote vreeze; en zij slachtten den HEERE slachtoffer, en beloofden geloften.
Nahum 1:15Ziet op de bergen de voeten desgenen, die het goede boodschapt, die vrede doet horen; vier uw vierdagen, o Juda! betaal uw geloften; want de Belials-[man] zal voortaan niet meer door u doorgaan; hij is gans uitgeroeid.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech