H5159 נַחֲלָה
possession, inherit, inheritance, heritage

Bijbelteksten

2 Koningen 21:14En Ik zal het overblijfsel Mijns erfdeels verlaten, en zal ze in de hand hunner vijanden geven; en zij zullen tot een roof en plundering worden al hun vijanden.
1 Kronieken 16:18Zeggende: Ik zal u het land Kanaan geven, een snoer van ulieder erfdeel;
2 Kronieken 6:27Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonden Uwer knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg, in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.
2 Kronieken 10:16Toen het ganse volk Israel zag, dat de koning naar hen niet hoorde, zo antwoordde het volk den koning, zeggende: Wat deel hebben wij aan David? Ja, geen erve [hebben wij] aan den zoon van Isai; een ieder naar uw tenten, o Israel! Voorzie nu uw huis, o David! Zo ging het ganse Israel naar zijn tenten.
Nehemia 11:20Het overige nu van Israel, van de priesters [en] de Levieten, was in alle steden van Juda, een iegelijk in zijn erfdeel.
Job 20:29Dit is het deel des goddelozen mensen van God, en de erve zijner redenen van God.
Job 27:13Dit is het deel des goddelozen mensen bij God, en de erve der tirannen, [die] zij van den Almachtige ontvangen zullen.
Job 31:2Want wat is het deel Gods van boven, of de erve des Almachtigen uit de hoogten?
Job 42:15En er werden zo schone vrouwen niet gevonden in het ganse land, als de dochteren van Job; en haar vader gaf haar erfdeel onder haar broederen.
Psalm 2:8Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde [tot] Uw bezitting.
Psalm 16:6De snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen; ja, een schone erfenis is mij geworden.
Psalm 28:9Verlos Uw volk, en zegen Uw erve, en weid hen, en verhef hen tot in eeuwigheid.
Psalm 33:12Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.
Psalm 37:18[Jod.] De HEERE kent de dagen der oprechten; en hun erfenis zal in eeuwigheid blijven.
Psalm 47:5Hij verkiest voor ons onze erfenis, de heerlijkheid van Jakob, dien Hij heeft liefgehad. Sela.
Psalm 68:10Gij hebt zeer milden regen doen druipen, o God! en Gij hebt Uw erfenis gesterkt, als zij mat was geworden.
Psalm 74:2Gedenk aan Uw vergadering, [die] Gij van ouds verworven hebt; de roede Uwer erfenis, [die] Gij verlost hebt; den berg Sion, waarop Gij gewoond hebt.
Psalm 78:55En Hij verdreef voor hun aangezicht de heidenen, en deed hen vallen in het snoer [hunner] erfenis, en deed de stammen Israels in hun tenten wonen.
Psalm 78:62En Hij leverde Zijn volk over ten zwaarde, en werd verbolgen tegen Zijn erfenis.
Psalm 78:71Van achter de zogende [schapen] deed Hij hem komen, om te weiden Jakob, Zijn volk, en Israel, Zijn erfenis.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen