H5414 נָתַן
put, deliver, lay, made, up, give, set

Bijbelteksten

Ezechiel 14:3Mensenkind, deze mannen hebben hun drekgoden in hun hart opgezet, en hebben den aanstoot hunner ongerechtigheid recht voor hun aangezichten gesteld; word Ik dan ernstiglijk van hen gevraagd?
Ezechiel 14:8En Ik zal Mijn aangezicht tegen dienzelven man zetten, en zal hem stellen tot een teken en tot spreekwoorden, en zal hem uitroeien uit het midden Mijns volks; en gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE ben.
Ezechiel 15:4Ziet, het wordt aan het vuur overgegeven, opdat het verteerd worde; het vuur verteert beide zijn einden, en zijn middelste wordt verbrand; zou het deugen tot een stuk werks?
Ezechiel 15:6Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Gelijk als het hout des wijnstoks is onder het hout des wouds, hetwelk Ik aan het vuur overgeef, opdat het verteerd worde, alzo zal Ik de inwoners van Jeruzalem overgeven.
Ezechiel 15:7Want Ik zal Mijn aangezicht tegen hen zetten; als zij van het [ene] vuur uitgaan, zal het [andere] vuur hen verteren; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn aangezicht tegen hen gesteld zal hebben.
Ezechiel 15:8En Ik zal het land woest maken, omdat zij zwaarlijk overtreden hebben, spreekt de Heere HEERE.
Ezechiel 16:7Ik heb u tot tien duizend, als het gewas des velds, gemaakt; en gij zijt gegroeid, en groot geworden, en zijt gekomen tot grote sierlijkheid; [uw] borsten zijn vast geworden, en uw haar is gewassen, doch gij waart naakt en bloot.
Ezechiel 16:11Ook versierde Ik u met sieraad, en deed armringen aan uw handen, en een keten aan uw hals.
Ezechiel 16:12Desgelijks deed Ik een voorhoofdsiersel aan uw aangezicht, en oorringen aan uw oren, en een kroon der heerlijkheid op uw hoofd.
Ezechiel 16:17Daartoe hebt gij genomen de vaten uws sieraads van Mijn goud en van Mijn zilver, dat Ik u gegeven had, en gij hebt u mansbeelden gemaakt, en gij hebt met dezelve gehoereerd.
Ezechiel 16:18En gij hebt uw gestikte klederen genomen, en hebt ze bedekt; en gij hebt Mijn olie en Mijn reukwerk voor hun aangezichten gesteld.
Ezechiel 16:19En Mijn brood, hetwelk Ik u gaf, meelbloem en olie, en honig, [waarmede] Ik u spijsde, dat hebt gij ook voor hun aangezichten gesteld tot een liefelijken reuk; zo is het geschied, spreekt de Heere HEERE.
Ezechiel 16:21Dat gij Mijn kinderen geslacht hebt, en hebt ze overgegeven, als gij dezelve voor hen door [het vuur] hebt doen gaan?
Ezechiel 16:27Ziet, daarom strekte Ik Mijn hand over u uit, en verminderde uw bescheiden deel; en Ik gaf u over in den lust dergenen, die u haten, der dochteren der Filistijnen, die vanwege uw schandelijken weg beschaamd waren.
Ezechiel 16:33Men geeft loon aan alle hoeren; maar gij geeft uw loon aan al uw boelen, en gij beschenkt ze, opdat zij tot u van rondom zouden ingaan om uw hoererijen.
Ezechiel 16:34Zo geschiedt met u in uw hoererijen het tegendeel van de vrouwen, dewijl men u niet naloopt, om te hoereren; want als gij hoerenloon geeft, en het hoerenloon u niet gegeven wordt; zo zijt gij tot een tegendeel geworden.
Ezechiel 16:36Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat uw vergif uitgestort is, en uw schaamte door uw hoererijen met uw boelen ontdekt is, en met al de drekgoden uwer gruwelen, en na het bloed uwer kinderen, dat gij hun gegeven hebt;
Ezechiel 16:38Daartoe zal Ik u [naar] de rechten der overspeelsters en der bloedvergietsters richten; en Ik zal u overgeven aan het bloed der grimmigheid en des ijvers.
Ezechiel 16:39En Ik zal u in hun hand overgeven, en zij zullen uw verwelfsel afbreken, en uw hoge plaatsen omwerpen, en uw klederen u uittrekken, en uw sierlijke juwelen nemen, en u naakt en bloot laten.
Ezechiel 16:41Zij zullen ook uw huizen met vuur verbranden, en oordelen tegen u uitvoeren voor veler vrouwen ogen; en Ik zal u doen ophouden van een hoer te zijn, en gij zult ook niet meer hoerenloon geven.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs