Prediker 2:19 | Want wie weet, of hij wijs zal zijn, of dwaas? Evenwel zal hij heersen over al mijn arbeid, dien ik bearbeid heb en dien ik wijselijk beleid heb onder de zon. Dat is ook ijdelheid. |
Prediker 7:17 | Wees niet al te goddeloos, noch wees [al te] dwaas; waarom zoudt gij sterven buiten uw tijd? |
Prediker 10:3 | En ook wanneer de dwaas op den weg wandelt, zijn hart ontbreekt [hem], en hij zegt tot een iegelijk, dat hij dwaas is. |
Prediker 10:14 | De dwaas maakt wel veel woorden; [maar] de mens weet niet, wat het zij, dat geschieden zal; en wat na hem geschieden zal, wie zal het hem te kennen geven? |
Jeremia 4:22 | Zekerlijk, Mijn volk is dwaas, Mij kennen zij niet; het zijn zotte kinderen, en zij zijn niet verstandig; wijs zijn zij om kwaad te doen, maar goed te doen weten zij niet. |
Jeremia 5:21 | Hoort nu dit, gij dwaas en harteloos volk! die ogen hebben, maar zien niet, die oren hebben, maar horen niet. |