Psalm 66:7 | Hij heerst eeuwiglijk met Zijn macht; Zijn ogen houden wacht over de heidenen; laat de afvalligen niet verhoogd worden. Sela. |
Psalm 66:15 | Brandofferen van mergbeesten zal ik U offeren, met rookwerk van rammen; ik zal runderen met bokken bereiden. Sela. |
Psalm 67:2 | God zijn ons genadig en zegene ons; Hij doe Zijn aanschijn aan ons lichten. Sela. |
Psalm 67:5 | De natien zullen zich verblijden en juichen, omdat Gij de volken zult richten [in] rechtmatigheid; en de natien op de aarde die zult Gij leiden. Sela. |
Psalm 68:8 | O God! toen Gij voor het aangezicht Uws volks uittoogt, toen Gij daarhenen tradt in de woestijn; Sela. |
Psalm 68:20 | Geloofd zij de HEERE; dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God [is] onze Zaligheid. Sela. |
Psalm 68:33 | Gij koninkrijken der aarde, zingt Gode; psalmzingt den Heere! Sela. |
Psalm 75:4 | Het land en al zijn inwoners waren versmolten; [maar] ik heb zijn pilaren vastgemaakt. Sela. |
Psalm 76:4 | Aldaar heeft Hij verbroken de vurige pijlen van den boog, het schild, en het zwaard, en den krijg. Sela. |
Psalm 76:10 | Als God opstond ten oordeel, om alle zachtmoedigen der aarde te verlossen. Sela. |
Psalm 77:4 | Dacht ik aan God, zo maakte ik misbaar; peinsde ik, zo werd mijn ziel overstelpt. Sela. |
Psalm 77:10 | Heeft God vergeten genadig te zijn? Heeft Hij Zijn barmhartigheden door toorn toegesloten? Sela. |
Psalm 77:16 | Gij hebt Uw volk door [Uw] arm verlost; de kinderen van Jakob en van Jozef. Sela. |
Psalm 81:8 | In de benauwdheid riept gij, en Ik hielp u uit; Ik antwoordde u uit de schuilplaats des donders; Ik beproefde u aan de wateren van Meriba. Sela. |
Psalm 82:2 | Hoe lang zult gijlieden onrecht oordelen, en het aangezicht der goddelozen aannemen? Sela. |
Psalm 83:9 | Ook heeft zich Assur bij hen gevoegd; zij zijn den kinderen van Lot tot een arm geweest. Sela. |
Psalm 84:5 | Welgelukzalig zijn zij, die in Uw huis wonen; zij prijzen U gestadiglijk. Sela. |
Psalm 84:9 | HEERE, God der heirscharen! hoor mijn gebed; neem het ter oren, o God van Jakob! Sela. |
Psalm 85:3 | De misdaad Uws volks hebt Gij weggenomen; Gij hebt al hun zonden bedekt. Sela. |
Psalm 87:3 | Zeer heerlijke dingen worden van u gesproken, o stad Gods! Sela. |