H5579 סְנַפִּיר
vin, vinnen

Bijbelteksten

Leviticus 11:9Dit zult gij eten van al wat in de wateren is: al wat in de wateren, in de zeeen en in de rivieren, vinnen en schubben heeft, dat zult gij eten;
Leviticus 11:10Maar al wat in de zeeen en in de rivieren, van alle gewemel der wateren, en van alle levende ziel, die in de wateren is, geen vinnen of schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.
Leviticus 11:12Al wat in de wateren geen vinnen en schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.
Deuteronomium 14:9Dit zult gij eten van alles, wat in de wateren is; al wat vinnen en schubben heeft, zult gij eten.
Deuteronomium 14:10Maar al wat geen vinnen en schubben heeft, zult gij niet eten; het zal ulieden onrein zijn.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken